← Content: PreviousContent: Next →

In Cupidines Othonis VænI


Back to top ↑
In Cupidines Othonis VænI
Viderat in vulgum tot se prodire figuris
Nudus Amor, varios quot struit ipse dolos;
Plumbea sollicito quot spicula miscet amaro,
Aurea quot dulci tingit inuncta fauo.
Viderat, & latè artificem vestigat, at illi
Obuia quærenti fit Dea forte Venus.
Substitit, & curas maternam effatur ad aurem
Risit, & an tantus te latet auctor! ait.
Tot Veneres meminisse tuas, propriamque Parentem
Si potes, & VaenI tu meminisse potes.
Quod sibi Praxiteles de me licuisse putauit ,
Corporis hoc nudi cum similauit ebur;
Hoc quoque permisit de te sibi Vænius audax,
Pictori & Vati quod lubet, omne licet.
Adspice quicquid humus, quicquid creat vnda, vel aër,
Adspice quot facies discolor orbis habet ;
Ars quoque tot species effingit & æmula formas ,
Saepius & matris filia vincit opus,
Affabra quos tauros non lusit vacca Myronis ,
Quas non vitis aues, carbasa picta viros?

Quod licuit priscis, cur non præsentibus annis?
Non solet artifici longa nocere dies.
Crescit, & ingenium vires acquirit ab æuo,
Tu quoque te puero nequior ipse cluis.
Apta dies fructus maturat in arbore, messes
Serior Autumnus & bona musta vehit ,
Candidus & simplex imberbi sub Ioue Mundus
Qui fuit, ah quantum nunc vafer ille sapit,
Canicie viridi succreuit & Arte magistrâ,
Creuerunt arcus & tua tela puer.
Mille ioca, & fraudum creuerunt mille figura
Et mirum, has VænI mirè operosa manus
Pingere si potuit viuoque animasse colore!
Quo sine, tu cæcum nil nisi funus eras.
Nulla Deûm Deitas, si non notescat ab vsu,
Nullum Numen adest, si modo cultus abest;
Hoc tibi cum nostri dederit sollertia VenI,
An potes auctori non bonus esse bono!
Hæc Venus. Erubuit picto tener ore Cupido ,
Terque agili pennâ, ter pede planxit humum.
Maternumque priùs male quem culpabat Apellem
Mox amat, & gemini fratris ad-instar habet. translationtranslation

Max. Vrientius.

Back to top ↑

Facsimile Images

[π3v], LEI:
[π3v], LDF:
[π4r], LEI:
[π4r], LDF:

Back to top ↑

Translations

Op de Amores van Otho Vaenius.
De naakte Amor had zichzelf in zoveel afbeeldingen onder het volk zien begeven als hij zelf aan listen verzon, als hij aan loden pijlpunten met bitter gif insmeert en als hij aan gouden pijlen bestrijkt met zoete honing.
Hij zag het en zocht overal naar de kunstenaar, maar bij zijn zoektocht kwam hem toevallig de godin Venus tegen. Hij blijft staan en spreekt zijn zorgen uit bij het oor van zijn moeder; zij zei lachend: 'Weet je dan niet wie de grote maker is! Als je je zoveel Venussen kunt herinneren en je eigen moeder, dan kunt je ook aan Vaenius denken. [?] Wat Praxiteles zich meende te kunnen veroorloven tegenover mij toen hij het ivoor van mijn naakte lichaam nabootste, dit heeft de moedige Vaenius zichzelf tegenover jou veroorloofd. Alles wat een schilder en dichter wil dat staat hem ook vrij. Kijk naar alles wat de aarde, de zee of de lucht voortbrengt, kijk naar alle gezichten die de bonte wereld heeft; zoveel gedaanten en vormen maakt de kunst in rivaliteit ermee, en heel vaak overtreft de dochter [de kunst] het werk van haar moeder. [aarde] Welke stieren heeft de kunstzinnige koe van Myron niet misleid, welke vogels de wijnrank en welke mensen de geschilderde gordijnen? [laatste: Zeuxis en Apelles; Plinius, Naturalis historia] Wat in vroeger tijden was geoorloofd, waarom zou dat in de huidige tijd niet mogen? De lange tijd berokkent de kunstenaar gewoonlijk geen nadeel. Zijn talent groeit en neemt mettertijd toe in kracht, ook jij wordt minder waard geacht dan toen je nog jong was. [?] De juiste tijd rijpt de vruchten aan de boom, een late herfst brengt oogst en goede wijn. De Wereld die ten tijde van de nog onbebaarde Jupiter blank en eenvoudig was, ach, wat weet hij in zijn sluwheid nu veel! Hij groeide toen de ouderdom nog fris was onder leiding van de kunst, en ook jouw pijlen en boog, jongen. Je duizenden grappen en duizend soorten listen groeiden en het is geen wonder dat de werkzame hand van Vaenius die fraai heeft kunnen schilderen en met levende kleuren bezielen. Zonder hem was je niet anders dan een blind lijk. De goden hebben geen goddelijkheid als die niet bekend wordt door het gebruik, er is geen godheid aanwezig als haar verering afwezig is. Omdat de kienheid van onze Vaenius jou dit heeft gegeven, kun je dan niet goed zijn voor de goede maker?' Tot zover Venus. De jonge Cupido bloosde over zijn hele gezicht en hij sloeg driemaal met zijn beweeglijke vleugel en driemaal met zijn voet op de grond. Hij houdt nu van de schilder van zijn moeder, Apelles op wie hij vroeger zo had gescholden en beschouwt hem als een tweelingbroer.
Max. Vrientius.

On the Amores of Otho Vaenius.
Naked Amor had seen himself among the people in so many images as the tricks that he himself contrived, as the leaden arrowheads that he dips in bitter poison and as the golden arrows on which he puts sweet honey. He had seen it and searched everywhere for the artist, but on his search the goddess Venus happened to run into him. He stood still and expressed his sorrows to his mother's ear; she smiled and said: 'Don't you know who is the great writer! If you can remember so many Venusses and your own mother, then you can think of Vaenius, too. [??] What Praxiteles thought that was allowed to him towards me when he imitated the ivory of my naked body, this the courageous Vaenius allowed himself towards you. Everything that a painter or an author wants, is permitted to him. Look at everything that the earth, the sea or the sky produce, look at all faces of the variegated [many-coloured] world; as many shapes and figures are made by the rival art and very often the daughter surpasses the work of her mother. What bulls are not deceived by the artistic cow of Myron, what birds by the vine or what people by the painted curtains. [Zeuxis and Apelles, see below] Why would what was allowed in former times, now be forbidden? Usually the long time does not harm the artist. His talent grows and its strenght increases. You, too, were considered less than when you were still young. The right time matures the fruits of the trees, a late autumn brings harvests and good wine. The elegant young man who in his youth was blanpure and simple, ah, how much does the astute know now! when his age was still green he grew under the guidance of art and so was it with your arrows and bow, boy. Your thousands of jokes and thousands of devices grew and it is not surprising that the industrious hand of Vaenius could paint them elegantly and animate them in vivid colours. Without him you were a mere unsightly corpse. The gods lack godhood if it is not made known by ceremonials, no deity appears if its cult is absent. Because the astuteness of our Vaenius has given you this, can't you be good to the good writer?' Thus Venus. Young Cupid flushed to the roots of his hair and struck the ground three times with his wing, three times with his foot. Now he loves the painter of his mother Apelles against whom he formerly had railed and considers him as his twin brother.
Max. Vrientius.

Back to top ↑

Literature

  1. About Vrientius: De Harduyn, Roose-mond [web], pp. 10-13, 43-44, 48, 189

Back to top ↑

Sources and parallels


    Back to top ↑

    References, across this site, to this page:

    No references to this emblem or page found.

    Back to top ↑

    Iconclass