← Content: PreviousContent: Next →

Superna respicit [61]


su1724061pict

Back to top ↑
XVI.
De Liefde ziet hemelwaert.

HOe magh, hoe kan 't ook anders wezen?
Want, wie de weerelt heeft voor dezen
Gesleurt,
Betreurt,
Maer nu verlaet, en Godt om Godt wil minnen,
Vliegt hemelwaert met hart en al de zinnen.
Men rekt den nek dus van beneden,
En recht met uitgerekte leden
Het oogh
Om hoogh,
Op dat van daer de koesterende stralen
Van 't Alziende Ooge ons in den boezem dalen.
Beneden in den gront des harten,
Doorwont van liefde en liefdesmarten,
Is Godt
Ons lot.
Zyn Liefde zelf ontfangt ons in hare armen;
Daer wil zy ons in koestren en beschermen.
Myn ziel, zie altyt naer den Hemel,
Verachtende al het aerdsch gewemel.
Is d'aerd
U waerd!
Geensins. Wel aen (wat andren mogen zwoegen)
Geene aerdscheit kan een' hemelgeest vernoegen.


Superna respicit.

Back to top ↑

Facsimile Images


Back to top ↑

Translations


Back to top ↑

Literature


    Back to top ↑

    Sources and parallels


    Back to top ↑

    References, across this site, to this page:


    Back to top ↑

    Iconclass

    Sacred love is drawing the human soul's attention to the sunflower or heliotrope which is turning towards the sun

    Back to top ↑

    Comments

    commentary