Concordance - under construction

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

eadem [2]	Tu qua placatum satanam veneraris eadem Esca aquilis eadem prædaque vulturijs
ecce [1]	Cum diuina Fides subitò immigrauit ecce
edifie [1]	Où est l'esprit charité edifie
edifié [1]	Et cependant quelcun edifié
edit [1]	Vipereus quorum pectora liuor edit
educit [1]	Spina rosam educit placido durissima vere
eductis [1]	Et mare eductis turba ferox gladijs
eelendt [1]	Jammerdal vol eelendt vol leet vol
een [76]	dat het van een Maacht Een Schrickelijck tempeest is Godt dees t' schijnt beklimt een sorchelijcke leer Om Dat een kreij met hem wt ijders ooch een Cleyne splinter haelen Tot sulck een Cristus seyt O en Wilt verwaent een ander onderwijsen eerst en Dan een Aer bekeert Dat een veel grooter heer Een suffert van een Prins die Een suffert van een Prins die onverstandich t'hooren seggen van een ander Recht gaet Een anders hant ghebruijckt Dees uijl Hier van een spiegel is t'vereende Naturlyck elck een is ghenegen en te beelden wt een vreck en gierich Een waere Cristen is den Hemel en wreet hadden een schaep gaen Rocken en bedwingtse met een toom volck aen yder een Godts groote goedicheyt gotloos en met een godtsalich leven Een die twe heeren dient doet De een die is altijt gheeft v Godt een koning quaet en Want jn een Cristen hert t'Gheloof aen t'is hun een stercke wacht Een vliegende trompet daer mede wert Een vaste goede naem is maer of ghij toont een Hert goet schoon van binnen draecht een ander vol fenijn bedriecht en soeckt een aer te Crencken Een Hert dat suijver is om Soo oock een leeraer Goodts die dit is v een Pratroon Een Weijnich coomter maer niet Door Een levent lichaem is tot Leven als verdriet en een Ghestaeghe strijt onbekeert en wilt een aer bekeeren Betrouwt op sulck een niet die wt door goe wijn een vol en dronken wert Recht bij een vier gheleken Een Wolckje voor de Son hij Een schijn-vrient kaldt v nae de Een trouw vrients waerdt is meer Dat dees gheleeck een Vroom oprecht en Schijn is een ijdel niet Het Gheloof is volght een vroom Rechtvaerdich Leeven Die heeft een doot Gheloof aen die niet van een Turck of Heijden Een Riet te kappen af moet Godt ghebruijckt als een sijn Instrument Een mensch hoe heijlich jae hoe Sijn blijtschap Daer een Rycke werelt-wijs me Een overschoone Roos die heel soetguerich belooft is tot een loon ghewoont werter nauw een ghevonden Die hier een vijant heeft heeft heeft heeft niet een vrint by Godt Een Potte-backer dreijt de potten nae brosch sijt als een Aerden Pot af heeft dees een spiegel gladt is ons oock een spiegel algemeijn Om een stinckende poel en Int lichaem van een Mensch en wert Mensch en wert een quade sweer Hoewel de een wat meer en Rept niet van een tittel Een os die vet is en Een mensch die Rijck is en trompet en Laet een yder hooren ge-ent wert in een goet dees wil met een toorts sijn Claerheijt stoot aen een veseltge en seijt seijt dat daer een block-leijt spits wel door een dubbelt Cleet Van een treckt en voor
eendracht [1]	Datmen vindt onder haer de Goddelijck' Eendracht
eenen [1]	maer niet om eenen doden
eenheijt [1]	De broederlijcke Lieft eenheijt en Waere vreede
eenich [1]	gheeft de Ooftboom eenich Lof
eens [4]	Godt siet niet eens v snoode schelmerijen Hij denckt niet eens dat pracht en hij t'hooft niet eens Can bueren op eer dat hijt eens Can merken
eens-willens [1]	Handen ghebonden met eens-willens stercke lijn
eenvuldich [1]	gansch niet aen eenvuldich onbecommert
eer [7]	hoop O Godt v is de Eer hem betert veel eer v leeven T'snelle Gherucht dat Eer en schant can Rijckdom en Eer daer me de Vaeck tot sijn eer haer boos en bof daer in eer dat hijt eens begeerte dat Goodt eer verbreijdet wart
eerbarmen [1]	dat Cristus sich souw ouer hem Eerbarmen
eere [1]	tot sijns' naems lof Prijs en Eere
eeren [3]	als t'eenich hooft van alle wijsheijt eeren Leert met ootmoedicheijt Godt uwen schepper Eeren ons ziel Dan leeren wij Godt Eeren
eerst [6]	Betert v selven eerst en Dan een V eerst gheboorte en v Weergeboort sult ghij eerst sijn volmaeckt nae sijn aert eerst weelich wast Recht dan vint ghij eerst de stof is v Almoes eerst ten Rechten wel
eerste [1]	Door t' eerste dat haer stoot
eersuchts [2]	om gelt en Eersuchts begeeren om vervullen eijgen Eersuchts groot verlangen
eert [1]	T' gout eert ghesuijvert is Is
eertijts [1]	Die Eertijts was soo fel
eeten [2]	Aen eeten wel ghecookt en om het Crengh vergaeren dat sij eeten
eeuwich [4]	Werptse Godt Eeuwich in D'onlesschelijcke brant Int Eeuwich leven maer t'vernuft vruecht van t Eeuwich Leven sijn Gheloovighen Die Eeuwich Sullen Leeven
eeuwicheijt [1]	drinckt sal inder Eeuwicheijt niet Dorsten
eeuwichlijck [1]	En sterven Eeuwichlijck Daerom was ons
eeuwichlijcken [1]	vergancklyck is en Eeuwichlijcken voedt
eeuwichlyck [1]	Hij soude Eeuwichlyck in sonden sitten
eeven-mensch [1]	Souw Godt sijn eeven-mensch en weldoen wel
effen [2]	hij Slecht om effen wech te maken Godt leijt is effen Recht en slecht
efficiet [1]	soli hæc virtus efficiet patulas
effort [1]	s'est ployé sous vn si grand effort
efforts [1]	Satan a fait fait tous ses efforts
effronté [1]	Or si quelcun estoit si effronté
effuso [1]	Effuso in cineres vndique iure fluuut
efugij [1]	Heu spes efugij quanta fenestra malo
egard [1]	Que sans auoir egard à la sentence
eglise [1]	Les ennemis de Christ son Eglise
ego [1]	Frangor ego aduersis sed me
egregias [1]	Fama tibi laudes addidit egregias
egēs [1]	Artis egēs mētis inops sine
eia [1]	Eia age conuersos oculos intende labori
eiice [1]	EIICE PRIMVM TRABEM
eij [3]	Georgette Eij vergeeft het mij Eij laet ons oock alsoo onachsaemheijt Eij eyder wil voor sich en
eijcere [1]	Eijcere hoc Christi dextera sola potest
eijder [2]	Eijder bequaem daer toe de meester en doet aen eijder quaet
eijgen [4]	Mocht door sijn eijgen Cracht niet werden Door eijgen Schult vervreemt sijn Princen gunst of eijgen deucht wilt bouwen Maer om vervullen eijgen Eersuchts groot verlangen
eijghen [1]	ist niet ons eijghen schult
eijken [1]	De styve Eijken trots wert door
eius [1]	DE PLENITUDINE EIUS
el [1]	niet dat jemant El heeft part noch
elatos [1]	Vos etiam fastu elatos feret exitus idem
elck [1]	Naturlyck elck een is ghenegen
elemens [1]	Voudroit troubler tous les quatre elemens
elendt [1]	hij hem storten neer in d'uijterste Elendt
eleuee [1]	L'a eleuee si haut mise
elle [12]	Afin qu'il soit glorifié en elle d'enhaut qui contre elle se dresse Pour consumer elle et qui la Elle seduit par sa douce maniere Car elle fait tout ce fait tout ce qui est en elle Mais nul ne veut paruenir iusqu'à elle Elle n'a point auec elle accointance n'a point auec elle accointance est Christ où elle abonde le veau d'or elle adore Car elle adiourne à bref
elles [1]	de plus pres elles se font sentir
emblémes [3]	Alciat feit des Emblémes exquis Quand ces chrestiens Emblémes ils liront voulu veut cent Emblémes Chrestiens
embraserez [1]	Embraserez aux haineux ennemis
embrasser [1]	Celuy qui plus laisse haine embrasser
empescha [1]	Les empescha de la dent
employez [1]	Ains employez l'à mediterles faits
en [409]	EN rougissant voire tremblant de crainte Ie prens en main la plume la plume encor en main tel faict trauailleroit en vain Par mes escrits en vers confesserai Que lon contemple en reuerence crainte En vous faisant Roy ne de De ses tresors en nombre non nombrable Recognoissant ce qui en vous reluit Pour par icelle en son fils estre Comme les fruicts en rendent tesmoignage Est recuilli doucement en vos terres Que l'Eternel en vous a fait Pour contempler en ioye en liesse contempler en ioye en liesse En saincteté iustice cœur humain dons sont tosiours en sa main Couure en prenant ma bonne Grand en cela qui vient Des endormis en leur lasciueté Dieu soit tout en tous seul adoré vous ma Dame en qui tout bien Vous deuez donc en toute obeissancé Voire en notant d'esprit gentil lon se trauaille en vain desia i'ay veu en ma presence Ne le deuois en ceste sorte peindre Mais en ceci il n'eust amour ou charité en somme tient le monde en sa puissance Et vous en faire à tous Et m'excuser en fin Or pour cognoistre icy bas en tout lieu Estre mis en lumiere tu les Laquelle en les lisant on En cela plus louable aussi l'inuenteur Ô plume en la main non de handen aen en voordert Godes tempel Deucht hout gauw en vlytich wacht maeckt haer bequaem en alle die begeeren En jet voornemen tot sijns' naems naems lof Prijs en Eere qu'il soit glorifié en elle En sterven Eeuwichlijck Daerom was ons En pureté ains eut à peché Wie keeren wil en die sijn dwaelen Crist die vrijdt en laeft v met soet lieflijck is en licht in des Doots en duijvels stricken Si le rebelle en sa temerité Verkeert vuijl en besmet tot alle Christ vray aymant en haut l'esleue ainsi vast Gheloof passeert en heeft victorij Over de werelt en haer valsch gepronckte puis que foy en a victoire heureuse Vaghevier souw wtgaen en vercouwen Rechtvaerdich Suijver en van alle sonden Als Goddelijcke Liefdt en Hoope sonder duchten La foy en Christ est celle charité dont part en abondance sonder Geloof doot en verdoemen gheeft En die alleen en moetmen nimermeer En die alleen en moetmen nimermeer vertrouwen qui beaux fruicts en sa saison n'apporte Iaques donc accorde en ceste sorte brosch stoot sticken en smijt neer sotte mensch onvast en ijdel ist t' Godt sijn hoop en vast betrouwen stelt En werden nimmermeer beschamt noch neergevelt grands ou mesme en sa vertu Mais qui en Dieu mettra son En deert hem Daer soo menich wil hem helpen en altijt in noodt Nul qui en Dieu remet tout schat noch heerschappij en mach te Rugh gheen blijvende plaets en is Seijt hij en sucht wanneer werd' prest à tumber en bas froisser au moins en apparence Chrestien donc prie en confiance brosch ghebrijselt sijn en stucken Cristus kerck Gemeijnt en Bruijt En winnen nimmermeer hun zeer begeerde Om niet ist en vergeefs dat s' Sijn goetheijt Roeptse en haer alle hulpe En seijt voorwaer De doot des La Corneille a en soy ceste finesse Dessus la pierre en plus grande rudesse voyant qu'on luy en donne gloire En vt sublimi cornix petit alta Van d'onrechtvaerdige en verdt ist daer want om gelt en Eersuchts begeeren tant que luy en ce faisant offense toe vol gruwels en afgrijsen ghepropt en Wilt verwaent een v selven eerst en Dan een Aer Ne voyant pas en soy le principal u voornemen Weet en Crachticht wederstreeft En aen Den sijnen Soo sijn hoort Maer achteloos en slof En self niet onderscheijt de Deuchden onderscheijt de Deuchden en gebreeken Haet alle licht en heeft in duijsterheijt hem souw sien en fluckx verjagen meent de schalcke en vervloeckte AnteCrist Or l'Antechrist cuide en ceste maniere onweetenheijt niet seer en is te prijsen wel beter weeten en niet doen Godt versaeckt gheloof en salicheyt werelt met Pracht en hovaerdicheijt naerstich inde weer en wercken Dach en en wercken Dach en Nacht En brodroncken ghebouw hoe hooch t'oock te vernielen haer en al die t' Sans que iamais en nul temps se T' verdrietich wesp-gheswerm en wil v niet Le cheual maigre en quelque part qu'il En tous lieux donc il se voor inde hant en t'hert sleept achter door de schrift en daar seijt hij Or Christ apprent en la saincte escriture dat de goe en stercke Godt bewaert Godt tot v en breeckt v quaet een is ghenegen en ghesint wt een vreck en gierich mensche op synen Godt en salichmaecker Rust mot noch Roest en quetst Gheen Dief quetst Gheen Dief en kanse steelen Twe Leuwen fel en wreet hadden een En Roven uijt de kudd' om Verrast de Roovers en bedwingtse met een gewet Weest danckbaer en verbreijt kan niet gotloos en met een godtsalich Hert Lichaem Geest en sin De te souiller en chose abominable vwer Sonden wil en leven Goddeloos een koning quaet en boos Vertrout Godt en hij sal v hij Cristlijck mach en wijslijck u Regeren Want 'Conings hert en macht is inde du Roy est en la main de La cause en nous plustost deuons ongheluck v treft en t'quaet sich tot Patroon en spiegel van waerachtich l'affligé doit dire en tous assaux L'exemple auons en Iob saincte personne Onder de Cristenen en waere Liefde heijlich Soeckt vree en wilt vervaert de de twist vlieden en vreesen Ces poings liez en vne volonté Entre Chrestiens en saincte charité qui veut donc en haut estre Gherucht dat Eer en schant can blaesen selven ghij bedriecht en soeckt een aer het klaer ondeckt en hij vermaeledijt Et par dedans en porte vn tout Qu'il nous en donne vn net Heet kout en nat verdraecht gheen Hout aen preeckt en vermaent de moetwillighe Et ne s'espargne en chaleur ny frescheur willens niet sien en wil En menen dat het maer klucht D'onweetende en kan t'Gheloove niet De Waerheijt sien en smaken ny la torche en la main A vn aueugle en rien n'est proufitable aussi tient il en vain wel mach boeten en versaên eeten wel ghecookt en lecker versch ghebraên smaeck noch voetsel en can geven En sijn verstant vergeefs polijst op En maints gentils sublimes espris verité solide ont en mespris a veu Lot en sa femme mal-sage Ie vueil pere en ta vigne aller Du mondain sage en son dissimuler En wert verdruckt van die haer die haer heer en Godt versaken Wapens van voorsicht en van wysheyt sijn Soo sijt niet en mach ontgaen out Verdurven quaet en onder-aertsche huijt out vol sondt en grulyckheden V eerst gheboorte en v selven gansch bel exemple auons en la coleuure schielijck inde asch en is dan gansch Ainsi en prent à celuy En oubliant que de Dieu il Tombera bas en douleur tristesse maer onnodich slof en traech wtstel Ghenaeden-vloet schept Coever en de vult ce qui est en elle O Cristens altemael en werdij noch niet sijn heylich vleijs en bloet niet vergancklyck is en Eeuwichlijcken voedt werelt Schpt onderhout en bewaert van veel quaet en t' wterste verderven En admirant ceste bonté divine met sijn hant en gheeft haer moet Sijn broeder en t' Gheloof hem soo Vriendlijck is en goet straft die weten en D'onwetende niet Leeren ceux qui sont en bas tende la foy de main en main buijcht allensjens weer en Wortelt met sijn is als verdriet en een Ghestaeghe strijt Va derechef racine en terre prendre la chair forte en bas tousiours le Schaep de wolf en trotse Leeuw hoochmoedich Jood Grieck Heijden en Turck Cristenen met hebt geen geloof en wilt gelooven leeren selfs sijt onbekeert en wilt een aer De kaers en geeft geen licht wijn een vol en dronken snuijt daerom de stam en wyngaert trecken uijt soo boos verkeert en vals kaerssen jnde hant en kleren opgeschort van de luij en vadsige nietweeten waeckt veel liever en verbeijt haer Godt verbeijt haer Godt en heer Ons Heer en meester coomt siet Chandelles a brulantes en ses mains Ains veut veiller en attendant son maistre dubelt snijdent swaert en vier doorloopt de Blaeckert allom en proeft wat Can Suijvert silver en gout stryckt al Verbrant en maeckt tot niet niet stroo stoppelen en caf Le monde en est tout soudain t'moij weer is en de Son schijnt L'ombre suyuvant en toutes pars son Heureux qui a en Dieu amy de Is ouerstelpt en wt nochtans mocht dat wert quaet en leyt hem int Ainsi en prend à cestuy-la een Vroom oprecht en deuchdich man Roemt van Deuchden en Veraest aen ondeucht Ainsi en vain d'auoir Christ viuant se nourrissant en vice hij niet op en past maer tot Doot en schant sal keren Die Cristus niet en ken noch niet En ignorant Iesus-Christ sa chair de arme Mensch en weer ontsteeckt het Onder de dooden en gevangens vander Hellen Int' licht en doet met ernst ernst ons bidden en begeeren Maer t'swack en dweghe Riet heeft Hovaerdicheyt maeckt spijt en onbenoegen Besiet met ernst en vlijt dees waerde jemant ick geloof en toont gheen Cristen En Sonde Dan s'is nut hoochnoodich s'is nut hoochnoodich en bequaeme En contemplant ceste femme voyez hem nae Godt en maeckt sijn lust daer te sijn en vreest haet smaet Marchant en mer la roche af moet Roesten en vergaen En groote dingen doen Soo is En Dieu qui est sa force En noch draecht hij geen vrucht vrucht hout af en werpt int vier mettant la sentence en vsage Rijckdom en Eer daer me En gaet hem gansch niet aen En luy aussi presomption n'a lieu pour estre riche en Christ jn sijn Godt en die waerdich int Die hem herbaert en leert sijn quae tot het quaet en locken t'kitlich oor Non pas en soy faut que Mais en son Dieu cil le choisir pour en faire son temple v sonde deckt en niet en Wilt deckt en niet en Wilt belijen En meent Godt siet niet eens eer haer boos en quae begeert Vier Water strop en Swaert oock menich sijn veeltijt ontrent en schicken haer jnt haet Nijt verdriet en quellen il n'y a en ce monde enuieux Liefde Goodts verkluemt en is van kouw De werelts duijsterheyt en ondeucht sal verjagen Die niet prop-vol en steeckt va helwaerdighe schult alleen Godt en natuir syn goet moetwil snoot suijvert en maeckt Rechtvaerdich En le rendant d'infidele fidele N'a rien trouué en luy tout bien broederlijcke Lieft eenheijt en Waere vreede wt ons hert en planten daer beminnen wil voor sich en van hemselfs beginnen La paix en vraye union fraternelle Oogh maeckt schemerich en duijster hun met siel en lijf opslockt vuijle hebsucht vreck en gierich al sijn hert en sin Ghesoch en soeckt noch vast En aecklich duijster hol vol knerssinge tilts' om hooch en toont hoe dat De Satan en al dat hem si haut mise en monstre ghij bermhartich sijt en weldoet aen v Dese weldaeden en levende offerhanden En murmureert noch vaeck misnoegent tegens van Aerde maeckt en weer tot aerd De mesme argile en simplesse bonté le briser est en sa liberté Om siên en wasschen af heeft En lieu d'y voir il le niet jn Swaer en moeilijck Slaven een stinckende poel en Dode Put te hun ydel vergeefs en mis brun des Levens en ten kortsten begraaft hem selfs en maeckt de kuijl eens dat pracht en overvloedich pralen En treckt hem dat hij t'hooft Soy-mesme enterre en la fosse qu'il sent rien car en bombance abonde Mais asses tost en payera l'vsure vergaert allensjens meer en meer van een Mensch en wert een quade Vaeck met wee en smert Verstant Oordel en Lieft Wij bleven Se vient en fin reduire en en fin reduire en apostume T' en sy dat Cristus badt hy Godt en Doe won Israhel Sond Duyvel Doot en Hel Tout homme en soy est si Alst' geen gesmolten en ghereijnicht is van En ander snoodt Metael al meent En moet gheloutert syn Ten sij Gesmolten en geschuijmt hij soude En wt werpt van het quaet het quaet goet en hem jn Cristo Ernstich bidt en begeert dat het sal Godt mildelijck en Overvloedich deijlen ons herbaert hermaeckt en onse Sondt wtwist al sijn doen en voornemen Aenschoude Si l'homme estoit en soy tout resolu v de Duijvel en de werelt nu En levert storm op storm maer hun maeckt weerloos en onmachtich U Hooft en Cappiteijn wilt mannelijck il vient courage en patience De Hen vergaert en deckt onder haer ernst doch mercken en verstaen buijten Crist ghevangen en verraen schae met ondeucht en bedroch En te verderven Maer Godt jaechtse van die stricken en hoedt haer voor haer voor Schae en schant En latitat caueis illex vbi retia ongelijck d'een groot en d'aer wat min een wat meer en d'aer wat minder moins que l'autre en ait plus Geest maeckt Levent en de Liefde moeter L'homme souuent en vain se glorifie die vet is en den vollenhouw ghewent die Rijck is en jn Weelde ruijm Godt sijn eeven-mensch en weldoen wel vergheten t'al om best en niet en doet best en niet en doet om niet door Ramp tegenspoet en verdriet En dat beweecht haer Dan tot de ziel ootmoedich en verslagen Rust heijl vruecht en Salicheijt Crainte de mort en son endroit n'a de ander niet en weet ghy de trompet en Laet een yder Godt is ghetuijch en siet de wercken En vruchbaere Olijf Die met sijn selfs niet toe en schrijft Pour estre enté en ce bon oliuier doit pourtant s'eslever en courage En brant van gramschap soo dat vier meer brant en hoger vliecht in Maer datmen Lijdtsaem en Patientich leert verdragen Comme le feu en le souflant s'allume Christ de luy en ce passage En dees wil met een toorts daer bij verdooft en voor de son Rust int t'hert en kettersche ghedachten tel erreur loge en cœurs heretiques is effen Recht en slecht aen een veseltge en seijt dat daer hij kan verstaen en hooren En vloeijen in ons ziel Dan En luijstren vlijtich toe nae t' in ons oor en vliechter weerom uijt duer het hert en kant niet voelen Dicht om dringen en krioelen Hij t'ongeloof verjaecht en ons Gelovich maeckt Pour en chasser toute incredulité Door ondervindinge weeten en seggen wij woort verbreijt wert en geleert grootste godtloosen verwonnen en bekeert plus meschans conuaincre en toutes sortes Als d'oude wolf en de wolfinne syn En Rust dees herder niet maer niet als schae en hinder af verwacht Ick wil streng en sonder ghenaede mijn Ghebot versmaet en lasterlijck veracht En niet met waer berouw nae A en mespris ne cherche Door de trompets-gheblaes en luijde stijve stem ontkleet seer sacht en mackelijck te Rusten vinnich waerse Coomt en doet aen eijder Van een treckt en voor Lieft brengt Parler en peut au vray
enasci [1]	Enasci fructus si putat inde suos
encontre [2]	Encontre Christ mais pour sa recompense Que d'estriuer encontre son facteur
encor [3]	i'ay la plume encor en main Encor à vous les fautes paroistront Encor à Christ qui peut l'humilier
encor' [1]	Simple ignorance aucuns encor' excusent
encore [1]	Qui osent tant encore se vanter
encores [1]	sa response est encores derriere
endormis [2]	Des endormis en leur lasciueté Comme cestuy nous serions endormis
endroit [1]	mort en son endroit n'a lieu
endt [1]	hy op tegen Godts wil jnt endt
endurci [2]	Et endurci par droit faut L'homme endurci les saints escrits
endurcissant [1]	Endurcissant leurs cœurs gros à merueille
endurcy [1]	L'homme endurcy par son orgueil
enfans [4]	Enfans d'Adam tousiours souillés serions Sortez enfans voicy le feu a faits tous enfans de son pere Il punira les enfans et la race
enfers [1]	Et l'Antechrist des enfers deuoré
enflamber [1]	C'est beau miroir pour les cœurs enflamber
enflammé [1]	Quand l'homme fol est par ire enflammé
enfle [1]	Car science enfle qui n'a que
engarder [1]	Et ne pourra leur malice engarder
enicheijt [1]	toonen dat daer Enicheijt moet sijn
enim [1]	PRVNAS ENIM CONGREGABIS
ennemi [1]	De l'Antechrist leur ennemi mordant
ennemie [1]	Toute bonne œuure ennemie de vice
ennemis [4]	Les ennemis de Christ son Aimez de cœur non feinct voz ennemis Embraserez aux haineux ennemis Fondés sur Christ veincrons tous ennemis
ennuyeuse [1]	Ie say que c'est chose fort ennuyeuse
enrichi [1]	L'homme enrichi à bien faire
enrichy [1]	Orné enrichy de ses dons
enseigne [2]	est instruit de Dieu son frere enseigne Qui le reforme enseigne mortifie
enseignement [1]	Ainsi qu'auons de Christ enseignement
enseigneur [2]	En Dieu qui est sa force enseigneur Et sans l'eEsprit de Dieu nostre enseigneur
ensemble [1]	Paisiblement repairent tous ensemble
ensuyuant [2]	Ensuyuant Christ leur seul patron maistre Comme la ronce ensuyuant sa nature
entee [1]	par icelle en son fils estre entee
entendant [1]	Le Chrestien soit à ceci entendant
entendes [1]	toy Chrestien Dieu veut que tu entendes
entendre [3]	Combien que Dieu assez luy face entendre de soy cuide entendre bien ouir Ainsi deuons semblablement entendre
enterre [1]	Soy-mesme enterre en la fosse
entiere [1]	Regne de Christ clarté vive et entiere
entierement [1]	Des Louveteaux estaindre entierement
entre [3]	Ie say qu'aucuns entre les anciens Faisant partage entre Dieu le diable Entre Chrestiens en saincte charité
entreprinse [2]	Qu'à chef viendroit de la chose entreprinse Car trop vaine est toute leur entreprinse
entreprise [1]	Si ie poursuy si hautaine entreprise
entrer [1]	Te fait entrer où n'a sentier
entretenu [1]	Et par luy seul tout est entretenu
entriez [1]	Qu'apres voz iours entriez au vrai repos
enté [1]	Pour estre enté en ce bon
enuenimez [1]	Ie voy desia de cœurs enuenimez
enuenimé [1]	Mais Dieu a fait son traict enuenimé
enuers [1]	faits de Dieu enuers vne Princesse
enuieux [1]	il n'y a en ce monde enuieux
enuironné [1]	Ce pouvre Lis se void enuironné
enuië [1]	Ton zele loueront pourront prendre enuië
envie [1]	Mais charité modere telle envie
environne [1]	De tous costés les iustes environne
enyurez [1]	Serez bien tost de ces fols enyurez
enyuré [1]	Si d'vn bon vin quelcun s'est enyuré
eodem [1]	Et paleas eodem deuorat igne focus
eodemque [1]	Vno eodemque venis fundere corde
eois [1]	Luceat Eois luceat Hesperiis
eorvm [1]	SIC FRAVDIBVS SCATENT EORVM DOMVS
eplucher [1]	S'il vous plaisoit le voir eplucher
eques [1]	Gestit eques pressans armis crudelibus
erat [3]	Me cera extinxit qui mihi fomes erat Ingens ficus erat qua se contexerat Nil erat humano immortale in
erffenis [1]	sijn de heijlgen in Des Hemels erffenis
erger [1]	s'is Rijp om erger noch te schuwen
ergo [4]	Ergo tua ne te speres vi Ergo tuam factis disce probare fidem nihil si turpe nimis furor impius ergo Ergo fallaci mendacia fingere lingua
eripiente [1]	Ni seruata foret eripiente Deo
eris [1]	Aptus eris cœli sede tenere
erit [3]	ILLIC ERIT ET COR VESTRVM Ver erit prope tunc æstas Causa erit æterna plangere tristitia
ernst [4]	en doet met ernst ons bidden en Besiet met ernst en vlijt dees waerschout ons met ernst daerom so vierich menschen Leert met ernst doch mercken en
ernstich [1]	Ernstich bidt en begeert dat het
errent [1]	Plusieurs icy errent par leur rudesse
erreur [4]	sale à tel erreur venir sens où ton erreur abonde font ceux vn erreur tout pareil Mais tel erreur loge en cœurs
errorum [1]	Scilicet errorum censebis crimina cuius
es [5]	tout vice mal es abatu VBI ES QVIS TANDEM ES Heu spes efugij quanta fenestra malo es subitò nam quod es esse potest
esca [1]	Esca aquilis eadem prædaque vulturijs
escam [1]	Piscosos petit iste lacus proijcit escam
escarcelle [1]	Dont cestuy-ci dedans vne escarcelle
esclaire [1]	que son Dieu l'adresse et luy esclaire
esclairé [1]	Si Iesus-Christ n'eust esclairé nostre ombre
escrire [1]	prens en main la plume pour escrire
escrit [3]	Du saint escrit bien propre à De celle qui par escrit Le sainct Escrit seul bon droit
escrits [4]	Par mes escrits en vers confesserai Et faire escrits de cil qui Aux saints escrits pour les rendre endurci les saints escrits espluche
escriture [2]	L'autre y ioindra poësie escriture Or Christ apprent en la saincte escriture
escu [1]	Lairront ainsi arc flesches escu
escume [2]	Ce pot bouillant s'enfle si haut escume Dieu qui promet refondre nostre escume
esleus [2]	Car remplis sont de gloire tous esleus Et les esleus à la possession
esleuz [1]	A sa grand' gloire salut des esleuz
eslongnés [1]	Pource que tant eslongnés de Dieu sommes
espandre [1]	sur les siens parson Fils les espandre
espargnee [1]	Quoy qu'à couper ne se soit espargnee
esperance [3]	Que d'elle sort ceste viue esperance N'ont offensé ceste haute esperance s'il nous laisse il n'y a esperance
esperons [1]	Par tel miroir monstrer nous esperons
espines [2]	tire bien des espines poignantes on sent les espines poignantes
espluche [1]	L'homme endurci les saints escrits espluche
espoir [1]	Mais i'ay espoir que leurs brocards
espris [1]	En maints gentils sublimes espris
esprit [2]	Dieu est esprit qu'on ne peut D' esprit de cœur de
esse [9]	Esse doces saxis condere templa Deo vicijs dum vetat esse locum Mundi cùm sciat esse domos cùm se videt esse petendum nisi rediens turpior esse potest Hæc nummos facit esse deos quæ cogere in cœlis negligat esse Deum IBI LICET ESSE SECVRIS nam quod es esse potest
est [119]	Il est meilleur de nes'en que l'effect luy est rendu facile cœur ma Muse est estonnee Est recuilli doucement en vos terres s'espargner Donc force est que i'auoë de tout vice est la droite nourrice dy ce qui est de ma part Il est besoin chercher de Est de l'honneur seruice le signe Mais sa response est encores derriere Puis que tout est par amour soustenu Dieu est esprit qu'on ne pource que l'inuention est tienne Dont le loyer est la vie eternelle Ores est mort qu'il se Qu'impossible est à nous de Fors qu'il est net exempt de L'homme est de Dieu par Ce qui est sien c'est mal Est pour monstrer qu'elle est victorieuse pour monstrer qu'elle est victorieuse ET HEC EST VICTORIA QVE VICIT foy en Christ est celle mesme pierre Sur la quelle est basti tout l'edifice beaux fruicts produire est si propice L'œuure est peché sans la SINE OPERIBVS MORTVA EST CHRISTVS Disce Salus nulla est deficiente Deo Car trop vaine est toute leur entreprinse Tant qu'en eux est de Dieu la HOC SERMO VERITATIS EST REPROBIS Combien l'inique est loing de ce DVRVM EST TIBI roy tresfort tresiuste est leur maistre Des apostats est ceste vitieuse D'Hypocrisie est la droite peinture tibi iusta tua est pœna parata manu De toutes gens est la nature telle Car son thresor est là tout son Qu'il est ialoux n'est point IMPOSSIBILE EST cœur du Roy est en la main D'où la personne est bien ou mal Celle qui est sur toutes estimee Ce mal est bien plus grand Ainsi est il du fidele l'oeil obscur tout est obscurité PROPTEREA CAPTIVVS DVCTVS EST POPVLVS alla Voyla quel est l'vsage NON APTVS EST REGNO DEI Il est besoin de s'armer Qui est seul chef nostre tout ce qui est en elle L'Euangile est de condition telle nec in culpa est siquis adesse neget amour tout l'Univers est faict luy seul tout est entretenu à ceci cognoistre est parvenu Qui est instruit de Dieu toy que Christ est si humain Non satis est altum montis superasse Mais au bien est l'esprit si foible qu'à Dieu tout est facile NON EST CVLPA VINI Voicy qui est troussee sur ses L'Evangile est comme feu estimé Le monde en est tout soudain allumé Est le patron d'vun amy contrefaict que son cas est parfaict de soy mais est par l'infidele Tale Dei verbum est cordi letale profano Où est la foy tousiours arbre grand puissant est rompu l'arrogant la ruine est aperte Que charité est vne œnvre excellente NON EST FASTIDIOSA NON INFLATVR NON INFLATVR NON EST PROCAX NON INVIDET NON INVIDET BENIGNA EST PATIENS EST NON BENIGNA EST PATIENS EST NON QVAERIT QUAE INVIA VIRTVTI NVLLA EST VIA De droit est deu de ce En Dieu qui est sa force enseigneur Impellit qui te gloria sola Dei est ou mauuais c'en est le tesmoignage haut au ciel est toute sa liesse Sage est celuy qui renonce Nomen est semper auctius inde C'est que prochain est Christ où elle EX FIDE VICTVRVS EST pardon sa promesse est telle A qui est prompt à pardon Falleris est alio lex capienda De le briser est en sa liberté pour vray l'entreprinse est tresuaine Christ est la source la Lui seul est tout d'autre n'auons in mundo cor est post decidet istanc Le mal qui est de long temps Iudicio recto in pectore cordolium est homme en soy est si lache et Monstre qui est cestuy-la qui presume Beatitude à qui est net de coeur Ce lauement est l'Esprit du Seigneur Fœlices merito quibus est cor pectore mundum tamen plus hic quòd tenet inuidia est In cœlis par est ratio nam quisque Quamuis non prorsus conditione pari est Où est l'esprit charité edifie Ce beuf est gras pourtant il à bien faire est si láche Diuitis ingenium tale est qui plus cute Testibus haud opus est animo sanoque pioque Quand l'homme fol est par ire enflammé Stultum est in media lumen Dieu la voye est droite et trespolie Plana via est nullis salebris non cognoissez que prochain est l'esté certains que Christ est à noz portes Haud satis est quartā prosequitur sobolem
est-il [1]	Ainsi est-il du troupeau deux-fois-né
estaindre [1]	Des Louveteaux estaindre entierement
estancher [1]	vienne à Christ pour sa soif estancher
estant [1]	Puis estant meur du doigt
esteinct [1]	S'en va esteinct Car par tout
esteindre [2]	Par main d'autruy la lampe veut esteindre Esteindre aussi par Rois le fleurissant
estimee [1]	Celle qui est sur toutes estimee
estimé [2]	L'Evangile est comme feu estimé Comment seroit le batu estimé
estoilles [1]	Pourrois nombrer que du ciel les estoilles
estoit [7]	Ains seulement estoit pour ma miason Qui m'en estoit tresliberal donneur Ce qui estoit pour nourriture tue De sa nature estoit à Dieu rebelle Or si quelcun estoit si effronté Moise estoit sainct homme et Si l'homme estoit en soy tout
estonnee [1]	pers le cœur ma Muse est estonnee
estonné [1]	tel accord Satan estonné tremble
estote [1]	ESTOTE PRVDENTES
estoyent [1]	Ses appetits s'ils estoyent raisonnables
estrange [1]	Au coeur Chrestien estrange point ne semble
estre [15]	Vous façonna pour estre à tous exemple en son fils estre entee Lesquels ie croy estre premier Chrestiens Ne me voudront estre si rigoureux Estre mis en lumiere tu les Dieu ne peut estre vaincu Pour estre veu de ses Sont pour monstrer l'vnion qui doit estre tout qui veut donc en haut estre donc ne doit estre croyable Pour au second estre nais refaicts monde soy pour estre riche en Christ Adam pensoit estre fort bien caché Voire conuient estre nay derechef Pour estre enté en ce
esté [2]	Le monde auoir esté creé par soy que par Christ monstré nous a esté
esuries [1]	Nec pictis dapibus pellitur esuries
et [110]	Et l'approchant de la haute hautesse Et vrai pourtraict de son image Et c'est ceci que ie tien Et les Chrestiens receuez de bon Et ainsi qu'elle il vous fera Et faire escrits de cil qui Et qui nous veut à lui Et craindrois fort deuant vous l'approcher Et cependant quelcun edifié Et verité m'y a contrainte aussi Et ne se veut point reueiller Et veoir tout peuple à luy Et l'Antechrist des enfers deuoré Et vous ma Dame en qui Et ne pourra leur malice engarder Et conduit tout par sa grand' Et vous en faire à tous Et m'excuser en fin Or pour Et des graces qu'on voit reluire cœur de parole et de voix Loger vertu et dechasser tout vice Et qu'on soit prompt ainsi qu'elle Et de Satan fuir la seruitude ET HEC EST VICTORIA QVE VICIT Et rendre mort ce feu feinct Et qui beaux fruicts en sa peril des vens et de la mer Et ne craind point de se son Dieu l'adresse et luy esclaire Et n'a regret qu'autre que luy Et se froisser au moins en Et nece crudeli perdere velle pios Et ce voyant qu'on luy en Et vobis scelerum artifices nil proderit Et neant moins veux autruy corriger Et met sa force à ce Et son secours aux siens faire Christ clarté vive et entiere Et Satan Veri impatiens inimica malorum Mais ceste-cy crasse et malitieuse Souillans le monde et eux par la De Babylon et ses appuis brisez Pour consumer elle et qui la soustient Et le meschant combien qu'il se Et rit mordant la simple creature Et veut tirer contre simple Innocence ILLIC ERIT ET COR VESTRVM Et par dedans en porte vn Et Dieu qui seul descouure tout Et tandem impurum simplice veste tegis Et ne s'espargne en chaleur ny Et n'y alla Voyla quel est Pour le meurtrir et que sa vie Et nouus exuta pelle resurgit humo Et non d'ailleurs Donc il faut Et toutesfois n'y vont tous qu'elle Et par luy seul tout est aussi tout conduict et parfaict Et de luy seul aussi tout Cause de mal et de toute ruine Et qu'il punit le cœur lache Et Fidei solandus inops dubiusque Salutis Et à cela qui n'est rien Et paleas eodem deuorat igne focus Et au croyant donne vie eternele Et reputez d'entre les morts au Et donné foy pour à luy Et que sur nous sa clarté DEPOSVIT POTENTEM ET EXALTAVIT quid turges merita et benefacta crepādo Et l'homme aussi par l'œuure qu'il Et mettre au feu Ainsi l'homme Et endurci par droit faut extirper Et facit loquitur singula ridicule GLORIFICATE ET PORTATE Et par iustice ainsi qu'a decreté Et mare eductis turba ferox gladijs Hoc vase et lerna hac quæ hac quæ vehit et vehitur Et mors cuncta suis subdiderat pedibus Et semper tam cæca cupidine fertur Et ses suppos qui ont tant ET VSQVE AD NVBES VERITAS TVA Et la grandeur de ce Dieu Et puræ semper fons salientis aquæ Et n'en sent rien car en est si lache et debile estoit sainct homme et bien habile Fut soustenu et sur la pierre Et vicit Christo quisquis confidet illo Et tost cherra sur les malins sont pleines grande et petite Et ne pourroient rien tenir d’auvantage se voir moins et à l'autre auvantage Et vray repos où toute grace etenim Christo cōiungi et corpus humatū Et satis hunc vnus si videt Et vient à tort faire à Et tumidum sedat sanguinem ingenium Et cestuy veut sa clarté augmenter Et du Soleil les forces augmenter Et sudo soli iungere velle facem voye est droite et trespolie iuste y passe et le meschant trebusche Et n'attaint point iusqu'au dedans du Et sans l'eEsprit de Dieu nostre grand vieil Loup et la Louve nuisante punira les enfans et la race Et les esleus à la possession Et ne peut nul fors Dieu
etenim [1]	Suaue etenim Christo cōiungi et
eternele [1]	Et au croyant donne vie eternele
eterneles [1]	De Christ des cieux des ioyes eterneles
eternelle [3]	Dont le loyer est la vie eternelle Pour les nourrir à la vie eternelle Qui n'attirast sur luy mort eternelle
etiam [4]	Suaue etiam casto profluit ore Sic etiam nulla mens impia Vos etiam fastu elatos feret ETIAM VSQVE AD QVARTAM GENERATIONEM
etiā [1]	Sæpe etiā ad summos surgit
etter [1]	Daer wt de etter duwen
eu [1]	mais plusieurs ont eu le cœur si
eualuit [1]	Sed non eualuit vincere fixus humo
eut [1]	En pureté ains eut à peché suyuvre
eux [3]	Tant qu'en eux est de Dieu le monde et eux par la bobance A eux promise après l'affliction
evangelij [2]	Het Evangelij wert Recht bij Het Evangelij dat Cristus beschrijven
even [1]	Soo Wij ons even mensch vergeven Laet
ewich [1]	voor loon het Ewich Leeven geeft
ex [11]	Sermone ex patrio carmina vel EX PARVO SATIS EX NATVRA NON EX TE Ex ima in flammas stirpe recisa EX MALO BONVM EX FIDE VICTVRVS EST Sic cùm animi ex longo labes collecta Ex alto accipiter cùm facit insidias EX CORPORE RVINA SED EX ME
exaltat [1]	QVI SE EXALTAT HVMILIABITVR
exaltavit [1]	DEPOSVIT POTENTEM ET EXALTAVIT
excellens [1]	Aux Excellens Poëtes angeliques
excellente [1]	Que charité est vne œnvre excellente
excepit [1]	te larga Dei excepit clementia cuius
excidat [1]	data ne nobis excidat alma Fides
excoquit [1]	humilis paret Sic excoquit aurum
excusent [1]	Simple ignorance aucuns encor' excusent
excuser [1]	Pour excuser ma rude sotte
excutite [1]	Excutite admoneo pulsa caligine somnos
exempel [2]	hoe dees Coningin ons voorgaet tot Exempel de plaets die v door quaet Exempel
exemple [3]	Vous façonna pour estre à tous exemple Un bel exemple auons en la ne soit à mal par tel exemple
exemplo [1]	Illius exemplo primæuas ablue sordes
exempt [1]	qu'il est net exempt de pecher
exercete [1]	Quamlibet iratos venti exercete furores
exiguum [1]	Exiguum magnumque vides cratera repletos
exitio [1]	Impia terribili deprimat exitio
exitus [1]	fastu elatos feret exitus idem
exitvs [1]	DIFFICILIS EXITVS
exocula [1]	Cùm nihil exocula cernere fronte queas
exosam [1]	Pingue oleum sitiens exosam lampada bubo
expectans [1]	Sic perit expectans hominum virtute salutem
experience [1]	Qui n'a de soy aucune experience
exquis [1]	Alciat feit des Emblémes exquis
extinxit [1]	Me cera extinxit qui mihi fomes
extirpanda [1]	Extirpanda tui crimen onúsque mali
extirper [1]	Et endurci par droit faut extirper
exuta [1]	Et nouus exuta pelle resurgit humo
eyder [2]	Eij eyder wil voor sich Eyder die maeckt de Doot goet
éperons [1]	Ce regimbeur contre les éperons