Concordance - under construction

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

kaf [2]	t’kooren van het kaf Het kooren blijft en werpt het kaf ter syden Die
kamer [1]	comt uyt zijn kamer strijcken
kan [9]	Kan buyghen ons ghemoet kan buyghen buyghen ons ghemoet kan buyghen onse kracht ick niet en kan tot mijne vvensehen mannelijck gevvelt en kan sich niet vertoogen anders als hy kan Verkeert is al hem self hy kan geen vvijsheyt vaeten sone vlucht en kan hem niet bedwingen uyt tvier end kan my niet ghenesen een maecht alleen veel maechden maecken kan
kant [3]	ront aen alle kant gelijck is onse hoep is sonder kant de minnaer heeft my oock van kant Het gheen dat
keer [1]	Ick gae ick keer ick kom 'tbeginsel
keerde [1]	Hem keerde drymaels om al
keert [5]	De steen die keert noch om de een werck Hy keert de passer om hy hem vveder keert soo sal zy soo haest men keert zijn handen Zoo nu daer en keert sich ende draeyt
keffend' [1]	dat sijn de keffend' honden
kinders [1]	kindt gelijck de kinders plegen
kindt [13]	Het kindt was jonck ghenoech toch eens Venus kindt en die sich en oock een kindt Die Hymen vvordt dit spel het kindt van Venus komt Het loose Venus kindt gelijck de kinders recht getroffen is wordt vvederom een kindt Het is een kindt Een kint een Daer herberght Venus kindt dat is zijn dat loose Venus kindt Ses ponden bitter O Venus lieflick kindt die altijt woont Venus en haer kindt noch daghelijcx vernielen Is ghestorven Venus kindt Venus kindt dat soete dier
kint [2]	een kindt Een kint een kint alleen Een kint een kint alleen dat soo
klaegen [1]	gae het geen dat my doet klaegen
kleyn [1]	al is hy kleyn van leden Zijn
kleyne [5]	Een bie een kleyne bie om honich Ghelijck een kleyne vlieg’ my dunckt een van Venus kleyne knapen Kuypt kleyne kuyper kuypt die de loop dat kleyne tanger vvicht De
kleynen [1]	Wat doet de kleynen Godt wat heeft
klopt [1]	De doot klopt voor de poort
knapen [2]	staet altijdt een van Venus kleyne knapen van Venus soete knapen Met vlegels toegerust
koker [1]	Eeenen Koker wel voorsien
kom [2]	op bou Ick kom u zoo nae ick keer ick kom 'tbeginsel is het
komen [2]	niet en kan tot mijne vvensehen komen datse nimmermeer en komen van den ander
kompt [4]	toegesloten De minnaer kompt oock vast gebonden ander mensch die kompt in dese staet zy quam en kompt gelijck zy gaet die hem hier kompt bespringen En helpt
komt [7]	Dan komt haer siel in self de vreucht komt naer de pijn pijn De pijn komt naer de vreucht men loopt men komt men sucht en doet Het saet komt vveder voort en kindt van Venus komt Int midden vanden Komt ghy Goden altemael
kond’ [2]	Cupido dat ick kond’ so licht so op denck daer ick in vvoonen kond’
konnen [1]	daer zy niet konnen gaen
koopdach [1]	Salder eenen koopdach zijn
koopen [1]	Die wilt koopen goede coop
kooren [1]	het kaf Het kooren blijft geheel dat
koppelster [1]	een smit een koppelster u moeder Ghy
kost [1]	sonder spijs oft kost oft yet daer
kost'lick [1]	En gaert dat kost'lick nat en nemet
kracht [1]	buyghen ons ghemoet kan buyghen onse kracht
kreech [1]	zijn eyghen werck kreech hy zoo groot
krekels [1]	Ghelijck de krekels doen die in
krencken [1]	Twee vieren krencken my zeer swaerelick
krijch [1]	Geen krijch en souder zijn
krijcht [1]	dient een ander krijcht zijn sinnen Hy
krijghen [1]	niet veel te krijghen is
kroon [1]	Ick noch besitten mach Cupidoos sachte kroon
kuyper [1]	Kuypt kleyne kuyper kuypt die alle
kuypt [2]	Kuypt kleyne kuyper kuypt die alle Kuypt kleyne kuyper kuypt die alle man