Au dedans je me consume. [26]
Exta velut clausis fervor consumit in ollis,
Et mea consumit viscera cæcus amor.
Et mea consumit viscera cæcus amor.
Beneden ben ick heet, van boven toeghesloten1,
Van boven vvorter gansch gheen vvater ingegoten,
Van onder viers2 genoech. O doodt, O vvreede doodt,
Waert dat ick sterven cond’3 zoo vvaer ick4 uyt de noodt.
Nu sterf ick als ick leef, ick ben doodt al mijn leven5,
Mijn hert verdroocht in’t lijf, mijn jeught gaet my begeven,
Gheen vreught en isser meer. van buyten is den brandt,
Van binnen suyght hy uyt mijn sinnen end’ verstandt.
Van boven vvorter gansch gheen vvater ingegoten,
Van onder viers2 genoech. O doodt, O vvreede doodt,
Waert dat ick sterven cond’3 zoo vvaer ick4 uyt de noodt.
Nu sterf ick als ick leef, ick ben doodt al mijn leven5,
Mijn hert verdroocht in’t lijf, mijn jeught gaet my begeven,
Gheen vreught en isser meer. van buyten is den brandt,
Van binnen suyght hy uyt mijn sinnen end’ verstandt.
Comm’on voit dans un pot une liqueur ravie,
Q’un fagot alumé eschauffe sans repos,
Ainsi en faict amour en nostre fantasie,
Et d’un feu violant nous ronge jusqu’ a los.
Q’un fagot alumé eschauffe sans repos,
Ainsi en faict amour en nostre fantasie,
Et d’un feu violant nous ronge jusqu’ a los.
Literature
Sources and parallels
- A parallel for the entire emblem: Au dedans je me consume [2] (in: Daniël Heinsius, Quaeris quid sit Amor (c. 1601)) [Compare]
- A parallel for the entire emblem: Au dedans ie me consume [2] (in: Daniël Heinsius, Emblemata amatoria (1607/8)) [Compare]
- Partial parallel for the pictura: Vulnus alit venis, & cæco carpitur igne [31] (in: Otto Vaenius, Emblemata aliquot selectiora amatoria (1618)) [Compare]
- Parallel for the main pictorial element, and the French motto in:Vulnus alit venis, et cæco carpitur igne [49] (in: Otto Vaenius, Amorum emblemata (1608)) [Compare]
References, across this site, to this page:
No references to this emblem or page found.Iconclass
Comments
De pictura toont Cupido, omgeven door bomen, die met een blaasbalg het vuur onder een gesloten pot aanwakkert. Het geheel
is gesitueerd aan de rand van een meer of zee. Aan de overkant zijn bergen en een dorpje te zien.
In de Nederlandse subscriptio is een minnaar aan het woord: hij klaagt dat het vuur van de liefde maar blijft branden, en
zich maar niet wil laten blussen. De dood, die een einde maakt aan al het lijden aan de liefde, wordt verkozen boven het leven
met de liefde.