O l'estroit eslargir. [36]
Laxa petens capitru volucris : sic vincula late
Nostra patent. arcte nec minus illa premunt.
Nostra patent. arcte nec minus illa premunt.
Vier vensters quellen my gestadich1 inde minne:
De ooghen die ick hebb’, en die van mijn vriendinne,
Daer herberght2 Venus kindt,3 dat is zijn eyghen erf,4
Mijn lichten5 die ick draegh, die staen na mijn verderf:6
Zy leyden my int strick.7 vvie vvil ick het gaen claghen?8
Ik hebbe self ghehadt in mijn verderf behaghen.9
Als ick daer buyten vvas, soo moest’10 ick daer in zijn,
Waer11 ick nu vveer daer uyt, soo vvaer ick uyt de pijn.
De ooghen die ick hebb’, en die van mijn vriendinne,
Daer herberght2 Venus kindt,3 dat is zijn eyghen erf,4
Mijn lichten5 die ick draegh, die staen na mijn verderf:6
Zy leyden my int strick.7 vvie vvil ick het gaen claghen?8
Ik hebbe self ghehadt in mijn verderf behaghen.9
Als ick daer buyten vvas, soo moest’10 ick daer in zijn,
Waer11 ick nu vveer daer uyt, soo vvaer ick uyt de pijn.
Literature
Sources and parallels
- Parallel in the 1601 edition: motto and pictura the same, subscriptio departs slightly: O l’estroit eslargir [12] (in: Daniël Heinsius, Quaeris quid sit Amor (c. 1601)) [Compare]
- Parallel in the 1608 edition: motto and pictura the same, subscriptio departs slightly. O l’estroit eslargir [12] (in: Daniël Heinsius, Emblemata amatoria (1607/8)) [Compare]
References, across this site, to this page:
No references to this emblem or page found.Iconclass
Comments
Op de pictura staan in het vrije veld, met op de achtergrond een bos, op palen een duiventil. Bovenin zitten vier kleine,
ronde raampjes. Op de achtergrond verder een omheining met een poortje en een koepelvormig gebouwtje. Op het dak van de duiventil
zitten twee vogels. Ze kijken naar het tafereel onder hen. Nog eens twee vogels zitten in het niet overdekte deel van de til.
Een van deze twee vogels staat maar half in het kooitje. Hij lijkt op weg (terug) naar binnen te zijn. Cupido zit naast de
til geknield en houdt een van zijn pijlen omhoog. De rest ligt in de pijlenkoker op de grond. Het lijkt of hij met zijn linkerhand
de vogel naar binnen wenkt.
In de Nederlandse subscriptio beschrijft een minnaar hoe hij in de liefde door twee paar ogen gekweld: die van zijn vriendin,
en die van hemzelf. De ogen van zijn vriendin houden hem gevangen, zijn eigen ogen hebben hem jammerlijk bedrogen. Toen hij
die gevangschap niet had, wilde hij die wel. Maar nu hij er middenin in zit, wordt hij verteerd door het lijden. Hij kan niemand
anders van deze situatie de schuld geven dan zichzelf.
Notes
gestadich: voortdurend
herberght: woont
Venus kind: Cupido
erf: omheinde grond die bij een huis of bij een ander gebouw behoort
lichten: ogen
staen... verderf: hebben het op mijn ondergang gemunt
zy... strick: ze hebben mij erin laten lopen
wie... claghen?: bij wie kan ik mijn beklag hierover doen?
Ik... behaghen ik heb zelf genoegen gehad in mijn ondergang
moest: wilde
Waer: was
S'enfermant...partir: opgesloten op een plek waar hij niet vandaan kan
ma... ouverte: mijn gevangenis is open