Cælari vult sua furta Venus. [19]
Si venit venerilla tibi, quid gaudia iactas
Improbe? cælari vult sua furta Venus.
Improbe? cælari vult sua furta Venus.
De Godt die in d'een handt zijn pijlen pleecht te dragen,
In d'ander eenen booch, staet sonder yet daer in1.
Vraecht ghy vvat dat hy doet? hy heeft die2 neer gheslagen,
En deckt het schandich deel3, doch noodich in de min.
Ghy die geluckich sijt, die Venus heeft verkoren,
En u bemindens hert gegeven in de handt4,
Sijt wijs en siet vvel toe. wilt ghy niet gaen verloren,
Bedeckt u eygen vreucht, soo deckt ghy haere schandt5.
In d'ander eenen booch, staet sonder yet daer in1.
Vraecht ghy vvat dat hy doet? hy heeft die2 neer gheslagen,
En deckt het schandich deel3, doch noodich in de min.
Ghy die geluckich sijt, die Venus heeft verkoren,
En u bemindens hert gegeven in de handt4,
Sijt wijs en siet vvel toe. wilt ghy niet gaen verloren,
Bedeckt u eygen vreucht, soo deckt ghy haere schandt5.
Amoureux esuentés apprenez a vous taire,
Pour estre fauorit il faut estre discret.
Et cessant de le dire, & non pas de le faire
Faictes tousiours bon ieu & le tenez secret.
Pour estre fauorit il faut estre discret.
Et cessant de le dire, & non pas de le faire
Faictes tousiours bon ieu & le tenez secret.
Translations
Literature
Sources and parallels
References, across this site, to this page:
No references to this emblem or page found.Iconclass
Comments
De pictura toont Cupido zonder pijl en boog. Een (lege) pijlhouder is nog net te zien, op zijn rug. Hij heeft beide lege handen
gevouwen voor zijn geslachtsdeel, en hij kijkt de lezer
sluiks aan. Achter hem is een huis zichtbaar, aan het water. Op de kant staat één boot werkeloos recht overeind, een
andere boot ligt er naast. Achter de boten is een
brug zichtbaar waarop een gebogen man loopt met een lange stok over zijn schouder.
De Nederlandse subscriptio maakt de lezer opmerkzaam op de lege handen van Cupido, en op het gebaar waarmee hij zijn schaamstreek
bedekt. De afbeelding blijkt een les
voor elke man die door Venus' toedoen een geliefde heeft gevonden. Die gelukkige moet zo wijs zijn haar eer te bewaren
door niet alleen zijn eigen vreugd na te jagen. In bedekte termen
wordt de man zo te kennen te geven met zijn geliefde niet te vrijen zolang haar dat in de problemen kan brengen - voor
het huwelijk dus.