Concordance - under construction

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

kan [13]	met handen tasten kan in dewelcke segg' Kan Mars daer immermeer een vrome spijs waer med' kan zijn ghevoet 't hart hun kan verdouwen De blixem kan het sweert in dat wederstaet hy spaert dat buyghen kan hy dat gheheym ten vollen weten kan sijn goet wie kan van liefde roemen onse jeught dit ambacht niet en kan Die nimmer vrolijck wesen kan gantsch het wout tot vreugde trecken kan Wat kan de werelt doen van huyt en kan mijn lief niet
kant [1]	steen aen alle kant bewogen
kanten [1]	dief aen alle kanten steelt
kantigh [1]	dat heeft een kantigh hert
kapp' [1]	Die kapp' een ael in
kapt [1]	Al kapt een staele-bijl den
kastydinghe [2]	dat ghylieden de kastydinghe verdraeght God sal dat ghylieden sonder kastydinghe zijt so zijt
kate [1]	For loe where Kate runns for a
keeck [1]	hy sat en keeck of doen hy
keepe [4]	Which keepe themselves stil fresh Keepe lyffe and Soule and memorie in tyme or keepe away soone forgetts true measure for to keepe
keepes [2]	quoth shee this keepes your mayden-hed frogg which in her hand shee keepes
keeren [1]	wil doch wederom tot haren modder keeren
keert [1]	Maer keert het spoock eens
ken [2]	les en als ick die wel ken Ick ken uw' stenen
kennen [3]	innerlijcken sin te kennen is gevende ende leser genoeghsaem te kennen niet alleenlijc door menschen aert haest kennen in't gemeen
kent [4]	metter handt yet datmen niet en kent cleyne mier in eenich deel en kent die haer wesen kent Hoe leelick datse Vriendinne kent u selfs het
kerc [1]	vrijer gingh te kerc om God te
ketens [1]	lief met stale ketens vast
key-colde [1]	heate revyve when as I seeme key-colde
kicker [1]	Een kicker in het werm
kiecken [3]	Een kiecken in het werm is naderhant een kiecken uyt gecomen metter tijt een kiecken uyt gecomen
kijck [1]	En kijck eens sprack de
kinderen [2]	sal u als kinderen aengaen maer ist zijt ghy dan bastaerden ende niet kinderen
kinderlijcke [1]	deel is de kinderlijcke minne-God in't tweede
kinders [1]	men siet de kinders dansen
kint [10]	Dit kint dit wonder kint kint dit wonder kint comt naer u hiet ic Venus kint ten sal niet Het dertel kint bewoont alleen maer in t'begin vrou Venus of haer kint ghy sien Venus Kint maer 't beste Het kint indien het siet Kint houdt dit doosjen toe hier Wel kint na mijn begrijp minnen heeft gedaen Het dertel Venus kint
kisse [3]	It was a kisse I stole from to give a kisse What then both To get a kisse againe of her
klaeght [2]	seer de minnaer klaeght hy vreest te Terwijl de ziele klaeght haer troost te
klaer [1]	Noyt heeftet yemant hier soo klaer
kleede [1]	sy in reynen kleede haer selven vercieren
kleet [1]	Indien hy sonder kleet de jonge nymphen
klein [1]	Van klein tot groot gemaeckt
klem [1]	meeu is inde klem de meeu die
kleyn [3]	Wilt ghy met kleyn beslagh veel dingen Voor kleyn ghenucht groot ghesucht schijn van eenigh kleyn ghewin
kleyne [2]	een dagh een kleyne Weerelt gaf Hoe magh de kleyne spin doch vechten
klimmen [1]	ouderdom behoort te klimmen om alsoo by
klimt [5]	op ghy Menschen-kint klimt tot de wijse op ghy Christen-mensch klimt tot de reyne Klimt uit dit nietich stoff tot tot Eeren-sucht de Eer tot Gods-dienst klimt En klimt allengskens meer om
klinck-dicht [1]	KLINCK-DICHT Op de drie-sinnighe SINNE-BEELDEN Vanden
klippen [1]	als aen de klippen hangen
kloeck [2]	Siet hier dit kloeck verstant dat ruckt Die kloeck van moed' is
klouck [2]	voormaels waert ghy klouck en onversaechde leeuwen Siet al wat klouck beleyt of reden
knauwt [1]	't rechte zeden-snoer aen hondert stucken knauwt
knaves [1]	hence goe craftie knaves and wenches shorte
knecht [1]	Niemant treter in ghevecht met sijn knecht
knechten [1]	volck siet vrouwen knechten heeren
kneele [1]	Whee kneele and soule and
knees [1]	sake hee on knees to her still
kno'e [1]	Ovid give who Venus well did kno'e
knock [1]	to speede must knock at the right
know [2]	You know my deadly wounde for I doe know it well
know'st [1]	art although thou know'st it not of
knowe [11]	faire which hee before did never knowe potions wich phisitians knowe by kynde take care I knowe no miserye theire fill I knowe it is not mee affect I knowe it well but for those that knowe his trickes And knowe to grype it If that you'le knowe the rigorous doome you see and knowe certaine not lod'ge I knowe full well and tale I knowe it well But
knowes [1]	And knowes no boundes whereat
kolen [1]	het yser gloeyt te midden inde kolen
komen [2]	gheseyt nae sonden komen plaghen Naer u beschicking komen can
komje [1]	Maer komje naderhandt ontrent den
komt [16]	Komt toonen aen het volck en Komt hier komt alle dry en Komt hier komt alle dry en reyne liefde selfs komt leelick uyt te En alsje weder komt dan sal het wat van boven komt Al zijn het Maer komt hy metter handt Soo komt hier in Dat komt uyt ons verdorven Die komt het fijne stael fijne stael die komt het yser terghen Komt niet tot der dieren baet So komt tot sijnen muyl Droeve sinnen komt hy quellen vande lust die komt van ledigh wesen een stille lucht komt sijgen over haer
komter [2]	Maer komter oyt een mensch Want komter maer een schijn
koninck [1]	felle Leeuw de koninck vande dieren
konnen [3]	tasten maer oock metten gemoede verfoeyen konnen En konnen maer alleen de Soo qualijck konnen gheluck en maticheydt
konst [1]	is een seker konst hoe datmen grypen
konst-drucker [1]	Venne Letter ende Konst-drucker woonende tot Middel-burch
konst-rijck [1]	en prent seer konst-rijck weet te malen
konst-rijcke [3]	Boeck van sijn Konst-rijcke SINNE-BEELDEN Van de CATS op sijne Konst-rijcke SINNE-BEELDEN CATS Op sijn konst-rijcke SINNE-BEELDEN
konste [1]	jonck ghesel met konste sal bejaghen
koomt [1]	Koomt hant aen hant end' eer
korsel [1]	Wat sal het korsel hooft doch inde
kort [1]	D'antwoort is kort Voor eerst en
korte [2]	beelden ende de korte uytlegginge daer by langhe tijt in't korte sien beschreven
korten [1]	En siet in korten tijdt het dier
kost [2]	al om haren kost te rapen Op haer eyghen kost en dis
koten [1]	seecker tijt wanneermen koten magh
koy [2]	enckel uyt de koy en door de lichaem is de koy die houdt de
kracht [5]	sich een verholen kracht van behendighe bestraffinge door een domme kracht Natuer ghevoelen doet uyt en brenght als woorden sonder kracht lijf is sonder kracht zyn herte sonder wat een wonder kracht heeft oock het
krachte [1]	en stijght uyt krachte vanden Geest
krachten [3]	haer natuer haer eyghen schap end' krachten oogh vermagh het oogh heeft vreemde krachten en dat sijn krachten vallen
krachtig [1]	fackels uyt hoe krachtig datse branden
kreegh [1]	Dies kreegh ick stelens lust
krekel [1]	De krekel eet den dau
krenghe [1]	soeter reuck een krenghe vuyler stanck
krijgh [2]	al heeft de krijgh u lant Tot Venus soeten krijgh daer noyt het
krijghet [1]	'Tvlucht krijghet lucht
krijght [4]	Hy krijght een vrolijck hert Wanneer't zijn oude parten krijght En krijght den beck als een ander krijght zijn wensch
kromme [1]	met al sijn kromme spronghen
kroon [2]	om een dienstbare kroon te dragen De Min-vrucht Borgher-eer end' Gheestelijcke kroon
kruypende [1]	alle viervoetige wilde kruypende dieren ende gevogelte
kruypt [1]	schilt-pad evenwel en kruypt maer in het
kruys [2]	Die kruys noch munt heeft Wat druck wat kruys wat teghenspoet
kruyt [1]	Syn bitter-heelsaem kruyt met een versoeten
kunst [3]	soo is de kunst vergeten dat hier geen kunst ontbreect 't Is kunst te leven
kunst-rijck [1]	Stelt ons dit kunst-rijck Boeck in Dicht
kunste [1]	Een beest met kunste tam ghemaeckt
kunstjes [1]	vreemde streeck wat kunstjes weet ghy lief
kus [1]	Ick stal een kus van haer maer
kusjen [1]	en gingh een kusjen stelen
kust [1]	dat het dese kust te nutte comen
kusten [1]	onsen ringh of in de verre kusten
kuyl [1]	korten tijdt het dier is inden kuyl
kynde [3]	in potions wich phisitians knowe by kynde to those that wantons are by kynde compared bee to th' crocadyle by kynde
kyndled [1]	Wich kyndled streight my flame