Retia dum pilulam faciunt hinc inde volantem [15]
OM des Gheests verkloecken, en t'nemen ons vermaeck,
Een partije te maken, dient dit ons tot dese saeck;
Want de galliardyse, ende vluchticheyt van Leden
Tot Minnen cortoisye dienen gheestighe zeden.
Dan met een travers, een Bas te banderen,
Konn' wijs ons Leden seer aerdich exerceren,
Want hoe gheestigher, hoe kloecker, hoe beter maniert,
Hoe het een Ionghman frayder, en meerder verciert.
Een partije te maken, dient dit ons tot dese saeck;
Want de galliardyse, ende vluchticheyt van Leden
Tot Minnen cortoisye dienen gheestighe zeden.
Dan met een travers, een Bas te banderen,
Konn' wijs ons Leden seer aerdich exerceren,
Want hoe gheestigher, hoe kloecker, hoe beter maniert,
Hoe het een Ionghman frayder, en meerder verciert.
Retia dum pilulam faciunt hinc inde volantem,
Exercet iuuenis corpus, et ingenium.
Nam pila restaurat malesano in corpore vires,
Torpet at assiduis obruta mens studijs.
Exercet iuuenis corpus, et ingenium.
Nam pila restaurat malesano in corpore vires,
Torpet at assiduis obruta mens studijs.
Op de vvijse: Cruelle de partie.
CVpido Godt der minne /
Heb ick u misdaen?
Dat ghy myn Hert van binne
Dus laet vergaen?
Ghy hebt myn Hert doorschoten
Met u fenijn /
En myn Ionckhert begoten
Met sware pijn.
Doen ick haer eerst aenschoude /
Sy wond' myn Hert /
Mijn bloet my heel verkoude /
Van druck en smert.
My docht sy scheen te wesen
Door haer aenschijn /
Niet wreet / maer sou ghenesen
Mijn druck en pijn.
Maer ick heb anders bevonden /
Met swaer verdriet /
Dat een / tot allen stonden
Van my nu vliet.
Mijn lyden en mijn klaghen
En acht sy niet /
My dunct sy heeft behaghen
In mijn verdriet.
Adieu Princes / mijn lyden
Ist onghesien /
Als Liefd' u komt bestryden
Het kan gheschien.
CVpido Godt der minne /
Heb ick u misdaen?
Dat ghy myn Hert van binne
Dus laet vergaen?
Ghy hebt myn Hert doorschoten
Met u fenijn /
En myn Ionckhert begoten
Met sware pijn.
Doen ick haer eerst aenschoude /
Sy wond' myn Hert /
Mijn bloet my heel verkoude /
Van druck en smert.
My docht sy scheen te wesen
Door haer aenschijn /
Niet wreet / maer sou ghenesen
Mijn druck en pijn.
Maer ick heb anders bevonden /
Met swaer verdriet /
Dat een / tot allen stonden
Van my nu vliet.
Mijn lyden en mijn klaghen
En acht sy niet /
My dunct sy heeft behaghen
In mijn verdriet.
Adieu Princes / mijn lyden
Ist onghesien /
Als Liefd' u komt bestryden
Het kan gheschien.
Op de vvijse: Diana reyn, Die ghinc om baden haer.
EEn Blomke schoon
Wt Liefd' ick minne // seer:
Mocht ick te loon
Krijghen haer minne // weer:
Soo waer mijn Hert
Bevrijt van smert /
'tWelc nu leyt in verseer.
Dees Blom expert
Daer ick nae tert /
Is waerdich prijs en eer.
Haer aenschijn klaer
Blinct als der Sonnen // schijn /
Soo dat sy daer
Door / heeft verwonnen // mijn
Hert ende sin /
Door rechte min
Lyd' ick inwendich pijn.
Wou dees Goddin
My senden / in
Dees Kranct / een Medecijn.
Sy sou terstont
Tot haer verhooghen // sien:
Hoe dat myn mont
Haer met ghebooghen // knien
Sou dancken veur
Het groot Faweur /
Dat sy my toond / indien
Myn quale deur
Haer soete geur /
Van my eens mochte vlien.
Apollo dijn
Kruyden / van krachten // groot
Konnen myn pijn
Soo niet versachten // bloot:
Als wel kan doen /
Een sachte soen /
Van haer mondeken root /
Waer me sy voen
Kan / en behoen
My van pijne en doot.
Eerbaer Princes
Konstich Meestresse // eel /
Liefste Maitres
Wilt als Vochdesse // heel
V Dienaer vry
Ghebieden / hy
Sal tot u diensten veel
Bereyt syn bly
Want hy toch dy
Verkiest, voor 'tBeste deel.
EEn Blomke schoon
Wt Liefd' ick minne // seer:
Mocht ick te loon
Krijghen haer minne // weer:
Soo waer mijn Hert
Bevrijt van smert /
'tWelc nu leyt in verseer.
Dees Blom expert
Daer ick nae tert /
Is waerdich prijs en eer.
Haer aenschijn klaer
Blinct als der Sonnen // schijn /
Soo dat sy daer
Door / heeft verwonnen // mijn
Hert ende sin /
Door rechte min
Lyd' ick inwendich pijn.
Wou dees Goddin
My senden / in
Dees Kranct / een Medecijn.
Sy sou terstont
Tot haer verhooghen // sien:
Hoe dat myn mont
Haer met ghebooghen // knien
Sou dancken veur
Het groot Faweur /
Dat sy my toond / indien
Myn quale deur
Haer soete geur /
Van my eens mochte vlien.
Apollo dijn
Kruyden / van krachten // groot
Konnen myn pijn
Soo niet versachten // bloot:
Als wel kan doen /
Een sachte soen /
Van haer mondeken root /
Waer me sy voen
Kan / en behoen
My van pijne en doot.
Eerbaer Princes
Konstich Meestresse // eel /
Liefste Maitres
Wilt als Vochdesse // heel
V Dienaer vry
Ghebieden / hy
Sal tot u diensten veel
Bereyt syn bly
Want hy toch dy
Verkiest, voor 'tBeste deel.
Translations
Literature
- Article on the tennis game played in this pictura: Zijlstra, Wie kaatst kan de bal verwachten
Sources and parallels
- This pictura is taken from the , 'Game of real tennis (PARVAE PILAE EXERCITIVM)', see; Veldman, Profit and pleasure: print books by Crispijn de Passe, . p. 166, n. 15, fig. 52
- A description of the pictura can be found in : 'Op een gravure van de bekende kunstenaar Chrispijn van de Passe uit Nieuwe Jeugt Spieghel staat een kaatsbaan in Leiden rond 1620 afgebeeld. Te zien zijn vier heren in kostuum, compleet met kanten kraag, pofbroek en degen, die elkaar met behulp van met snaren bespannen rackets een bal toespelen. Tussen de spelers hangt een draad met afhangende stukjes touw bij wijze van afscheiding. Op de grond zit een vijfde heer, die de indruk wekt zijn racket aan een nader onderzoek te onderwerpen. In de rechterbenedenhoek zijn een hoed met veer en een overjas neergelegd, die kennelijk aan een van de heren toebehoren. Ter rechter zijde ten slotte bevindt zich een galerij met toeschouwers die het spel van dichtbij volgen. Het geheel lijkt gezien de gebruikte attributen - rakkets, ballen en een "net" - verrassend veel op een moderne tennispartij, met dien verstande dat de heren volgens de destijds geldende mode gekleed gaan. Witte kleding is duidelijk voorbehouden aan de spelers van het latere lawn tennis.'.
- The play of a ball-game also in: Pila mundus Amorum est. [1] (in: Daniël Heinsius, Ambacht van Cupido, from: Nederduytsche poemata (1616)) [Compare]
- Parallel within this book: the play of a ball-game also in: Cursitatatos manusque pedesque iuventa fatigat [14] (in: anonymous, Nieuwen ieucht spieghel (1617)) [Compare]
- The play of a ball-game also in: Lusus amoris. [32] (in: anonymous, Amoris divini et humani antipathia (1628)) [Compare]
References, across this site, to this page:
- Lusus amoris. [32] (in: anonymous, Amoris divini et humani antipathia (1628))
- Pila mundus Amorum est. [1] (in: Daniël Heinsius, Ambacht van Cupido (1613))
- Pila mundus Amorum est. [1] (in: Daniël Heinsius, Ambacht van Cupido, from: Nederduytsche poemata (1616))
- Cursitatatos manusque pedesque iuventa fatigat [14] (in: anonymous, Nieuwen ieucht spieghel (1617))
Iconclass
Four men are playing a game of tennis (doubles) in a barn-like edifice; of the men watching the game one covers his eyes with his hand- covering the head, drawing drapery over the face [31A25313]
- adult man [31D14]
- barn (+ variant) [41A171(+0)]
- coat, cape [41D212]
- head-gear (with NAME) [41D221(HAT)]
- tennis, lawn-tennis (+ variant) [43C4151(+0)]
- tennis, lawn-tennis (+ seconds or supporters (sports, games, etc.)) [43C4151(+221)]
- grounds, fields and accomodations for sports, games and physical performances [43C8]
- hacking and thrusting weapons: dagger [45C13(DAGGER)]
- hacking and thrusting weapons: sword [45C13(SWORD)]
- bourgeoisie, middle class, citizens, burghers [46A131]
- boxes, loges ~ theatre, etc. (+ variant) [48A7295(+0)]
- Exercise; 'Essercitio' (Ripa) (+ emblematical representation of concept) [54D12(+4)]
- Amusement (+ emblematical representation of concept) [56B4(+4)]
- proverbs, sayings, etc. (with TEXT) [86(RETIA DUM PILULAM FACIUNT HINC INDE VOLANTEM)]