De aanhouder wind [15]
XV.
De aanhouder wind.
Qui docet manus meas
ad prælium.
ad prælium.
Overwinnings Kroone.
Hy leerd myne handen ten stryd.
XV.
GEZANG.
Wyze: Sta beekje sta, &c.
NEen, hoe gy schiet, bis
En houwd, en steekt, gy overwind my niet. bis
Zoo lang de Vader my zyn hulpe bied. bis
Hy bestierd myn hand. bis
Van wat geweld dat ik ook word aangerand. bis
In zynen naam word alles overmand. bis
Al breekt myn speer,
Waar med' ik ga het hels gedrogt te keer.
Nog stort die vyand voor myn voeten neer.
Wat de lust ook wil,
De Geest, in 't bestryden van 't vlees, noyt flauw of stil,
Beslegt in 't end dit eindeloos geschil.
Houw moed myn ziel!
Hy, die in 't vegtperk eerst ter nederviel,
Was menigmaal de geen, die 't veld behiel.
Wie noyt wierd gewond,
Beroemde zig noit dat hy voor zyn vyand stont.
Let: wie voor u, dus hel en dood verslond.
Een weynig tyd!
Hier me zyt gy ten ende van den stryd,
En 't lastig vlees uw snoode vyand kwyt.
't Kamp dus afgeleyd:
Wat wagt gy min, als de kroone der heerlykheyt.
Gelukkig die dus uyt het stryden scheyd.
Gaat gy in Jesus naam ten stryde, gy verwint
O ziel, als gy het vlees, en zyne driften bind.
Wyze: Sta beekje sta, &c.
NEen, hoe gy schiet, bis
En houwd, en steekt, gy overwind my niet. bis
Zoo lang de Vader my zyn hulpe bied. bis
Hy bestierd myn hand. bis
Van wat geweld dat ik ook word aangerand. bis
In zynen naam word alles overmand. bis
Al breekt myn speer,
Waar med' ik ga het hels gedrogt te keer.
Nog stort die vyand voor myn voeten neer.
Wat de lust ook wil,
De Geest, in 't bestryden van 't vlees, noyt flauw of stil,
Beslegt in 't end dit eindeloos geschil.
Houw moed myn ziel!
Hy, die in 't vegtperk eerst ter nederviel,
Was menigmaal de geen, die 't veld behiel.
Wie noyt wierd gewond,
Beroemde zig noit dat hy voor zyn vyand stont.
Let: wie voor u, dus hel en dood verslond.
Een weynig tyd!
Hier me zyt gy ten ende van den stryd,
En 't lastig vlees uw snoode vyand kwyt.
't Kamp dus afgeleyd:
Wat wagt gy min, als de kroone der heerlykheyt.
Gelukkig die dus uyt het stryden scheyd.
Gaat gy in Jesus naam ten stryde, gy verwint
O ziel, als gy het vlees, en zyne driften bind.
TOEPASSING.
DIe op het Kruysspoor (niet bedugt
Voor 's vyands woede) triomfeeren,
Aan die zal God des levens vrugt,
In 't Hemelsparadyz vereeren.
Verwinnaar Jesus stier myn hand,
Daar zoo veel woedende gedrogten,
Voorzien van scherpen klauw, en tand,
Nog dienen van ons afgevogten.
Want waar de stryd de zége bied,
Ze is zonder uwe hulpe niet.
DIe op het Kruysspoor (niet bedugt
Voor 's vyands woede) triomfeeren,
Aan die zal God des levens vrugt,
In 't Hemelsparadyz vereeren.
Verwinnaar Jesus stier myn hand,
Daar zoo veel woedende gedrogten,
Voorzien van scherpen klauw, en tand,
Nog dienen van ons afgevogten.
Want waar de stryd de zége bied,
Ze is zonder uwe hulpe niet.
Translations
Literature
Sources and parallels
- Parallel (and probably source) for the pictura, the Latin bible quote and the French epigram in: Digladiatio Amoris [52] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629)) [Compare]
- Parallel for the pictura (different facial expressions, without background landscape), the same Latin bible quote and French epigram in: Digladiatio amoris [14] (in: anonymous, Amoris divini et humani antipathia (1628)) [Compare]
- Struggle between sacred love and the human soul also in: Peccavi [6] (in: Justus de Harduwijn, Goddelycke wenschen (1629)) [Compare]
- Struggle between sacred love and the human soul also in: Pia Amoris Lucta [57] (in: Jan Suderman, De godlievende ziel (1724)) [Compare]
- Struggle between sacred love and the human soul also in:Pia amoris lucta [12] (in: Otto Vaenius, Amoris divini emblemata (1615)) [Compare]
References, across this site, to this page:
- Digladiatio amoris [14] (in: anonymous, Amoris divini et humani antipathia (1628))
- Digladiatio Amoris [52] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629))
- Peccavi [6] (in: Justus de Harduwijn, Goddelycke wenschen (1629))
- Pia Amoris Lucta [57] (in: Jan Suderman, De godlievende ziel (1724))
- Pia amoris lucta [12] (in: Otto Vaenius, Amoris divini emblemata (1615))
Iconclass
Sacred love instructing the soul how to fight- God's perfections [11A23]
- radiance emanating from persons or things [22C31]
- adult woman [31D15]
- couple of lovers (+ variant) [33C23(+0)]
- Love: 'Frau Minne' and other allegories [33C9]
- fencing foil (+ the two sides (sports, games, etc.)) [43C3941(+21)]
- fencing (sport) (+ requirements, necessaries ~ sports and games) [43C394(+4)(PLASTRON)]
- hacking and thrusting weapons: dagger [45C13(DAGGER)]
- (personifications and symbolic representations of) Love; 'Amore (secondo Seneca)' (Ripa) (+ clothed) [56F2(+123)]
- (personifications and symbolic representations of) Love; 'Amore (secondo Seneca)' (Ripa) (+ emblematical representation of concept) [56F2(+4)]
- Peaceableness (+ emblematical representation of concept) [54A45(+4)]
- Competition, Rivalry, Emulation; 'Emulatione' (Ripa) (+ emblematical representation of concept) [54EE33(+4)]
- proverbs, sayings, etc. (with TEXT) [86(DE AANHOUDER WIND)]