← Content: PreviousContent: Next →

Dankoffer


Back to top ↑
DANKOFFER
aan
J.V.H.
Met onze Poëzy of verscheide Gedigten.

WAs 't Orfeus luyt, die veld, en boomen,
En rotsen leven gaf, en vreugd,
En langs de beekjes en de stroomen,
De Tygers tam zong, en verheugd?
Uw maatzang heeft, door keur van stoffen,
Zoo nut, als aangenaam verbreyd,
Myn hart, en oor niet min getroffen,
Daar ons uw Zangkoor henen leyd,
ô Koortelg van Apolloos Tempel!
Na 't nutste dat de Zangberg geeft,
Waar van wy slegs betreen den drempel,
Die gy zoo vlug te boven streeft,
Op de Bazuin van uwe toonen.
Hy vlegt u geenen Laurekrans;
Wiens stamertaal gy moet verschoonen,
Om haar gebrek van geest, en glans.
Myn Klio blyde en opgetogen
Van vreugd, als ze u ontmoeten mag.

Schenkt in vergelding aan uwe oogen,
't Geen zy doet treden in den dag.
Verschoon haar, blyft zy ergens steken
Als zy haar stem te hoog verheft:
Zy zelf belyd u haar gebreken;
Wiens magt haar zwakheit overtreft.
't Is haar genoeg mag ze u behagen,
Met, in vergelding van uw gunst,
Haar Tydverdryf u op te dragen,
Gekweekt uit Liefde tot de kunst.
Hoe 't ook gerekt is of gebogen,
't Verwagt alweer uw gunstige oogen.

P.N.

Back to top ↑

Facsimile Images


Back to top ↑

Translations


Back to top ↑

Literature


    Back to top ↑

    Sources and parallels


      Back to top ↑

      References, across this site, to this page:

      No references to this emblem or page found.

      Back to top ↑

      Iconclass


        Back to top ↑

        Comments

        commentary