Gheen ben ick sonder u [7]
Translations
Niets zonder jou.
|
Nothing without you.
|
Als hemelse Zon met helder gelaat mij aanschouwt,
Vindt terstond mijn geest weer vaardig zijn tellen terug. |
When the sun with mild expression casts an eye on me,
The savvy mind returns to its numbers. |
Niets zonder jou.
|
Ik ben wat ik ben door jouw buitengewone schittering,
Maar zonder jou, mijn Zon, ben ik mezelf niet meer. |
Literature
Sources and parallels
- Bargagli, Dell'imprese, p. 70-71
References, across this site, to this page:
No references to this emblem or page found.Iconclass
Cupid, kneeling next to a sundial, stretches his arm forward in the direction of the sun; Hero swins across the Hellespont to Leander, guided by her torch- sundial [23U21]
- sun represented as face, wheel, etc. [24A6]
- coast [25H13]
- landscape with tower or castle [25I5]
- clouds [26A]
- kneeling figure [31A233]
- arm stretched forward (+ reaching for somebody or something, seizing something, touching) [31A2512(+934)]
- adult man [31D14]
- adult woman [31D15]
- couple of lovers [33C23]
- Guidance (+ emblematical representation of concept) [54E2(+4)]
- (personifications and symbolic representations of) Love; 'Amore (secondo Seneca)' (Ripa) (+ emblematical representation of concept) [56F2(+4)]
- proverbs, sayings, etc. (with TEXT) [86(RIEN SANS TOY)]
- proverbs, sayings, etc. (with TEXT) [86(NIL SINE TE)]
- proverbs, sayings, etc. (with TEXT) [86(GHEEN BEN ICK SONDER U)]
- (story of) Cupid, Amor (Eros) [92D1]
- attributes of Cupid (with NAME) [92D18(BOW)]
- attributes of Cupid (with NAME) [92D18(QUIVER)]
- Leander swims across the Hellespont at night, usually guided by a torch reared upon a tower by Hero [95B(HERO & LEANDER)21]
Comments
Zowel het motto als de pictura zijn ontleend aan de deviezenbundel van S. Bargagli, waar een door de zon beschenen zonnewijzer aanleiding geeft tot twee
impresen: een amoureuze met als motto ’Nil sine te’ en een politieke met het opschrift ’Si aspicis aspicior’: 1
Op de achtergrond van de pictura herkennen we Leander die de Hellespont overzwemt, waarbij een licht ontstoken door Hero hem als baak dient.
De stormwind zal de vlam echter uitwaaien: Leander zal zijn richting verliezen en verdrinken: zonder (het licht van) Hero
zal hij niets zijn.2
In de bijschriften vertoont het embleem een thematische verwantschap met de nrs. XI (Zy blinckt, en doet al blincken [11]) en XXIV (Ick voed’ een vvondt [14]). De relatie met de ogen van de geliefde is al in het Griekse gedicht van Musaeus over Hero en Leander aanwezig, ’dien seer
ouden Minnedichter’, zegt Ripa, ’die de eerste van allen is die het oogh voor de oorsaeck en oorsprongh, van de Liefde stelde,
wanneer hy ’t beginsel van de Liefde van Hero en Leander beschrijft’.3 Hoofts bijschrift kan men vergelijken met een vers van Cats:
Soo haest u gunstigh oogh maer eens op my en viel:
Ghy zijt mijn ander ick, de ziele mijner ziel,
Ghy zijt mijn ander ick, de ziele mijner ziel,
tekst die ook in de commentaar bij het XVe (Zy leeft en doet oock leven [15]) van de Emblemata amatoria kan worden te pas gebracht. Voor alles denkt men bij het bijschrift aan Hoofts befaamd sonnet:
Leitsterren van mijn hoop, planeten van mijn jeucht,
Vermogen oogen schoon in hemels vuijr ontsteken
Als ghij v vensters luickt soo sietmen mij ontbreken
Mijns levens onderhout....4
Vermogen oogen schoon in hemels vuijr ontsteken
Als ghij v vensters luickt soo sietmen mij ontbreken
Mijns levens onderhout....4
Notes
Dell’Imprese, Venetia 1594, 70-71.
Het verhaal (zie o.m. Ovidius’ Heroides 17 en 18 en de aan de sage verwante middelnederlandse ballade Het waren twee conincskinderen) was in de 17e-eeuwse liedboeken en liefdesemblematiek zeer geliefd. Bij Vaenius is het aanwezig via een Latijns citaat uit
het epyllium over deze stof van de laat-Griekse dichter Musaeus, een dichtwerk dat ook de jonge Heinsius heeft geïmiteerd.
Cf. Amorum emblemata, 38 en B. Becker-Cantarino, Daniël Heinsius, Boston 1978, 65. Ook in de T(h)ronus-boekjes vormde de sage stof voor een emblema (I, 41 en 21). Vgl. ook W. Harms en H. Freytag, o.c., 27 en afb. 62.
In het gedicht v. 55-56. C. Ripa, Iconologia of uytbeeldinghen des verstands...uyt het Italiaens vertaelt door D.P. Pers, Amsterdam 1644, 386.
Geciteerd naar Proteus, ofte minne-beelden verandert in sinne-beelden, Amsterdam 1658, embl. XLI (p. 82) en P.C. Hooft, Sonnetten. Reden vande waerdicheit der poesie (Bezorgd door P. Tuynman), Amsterdam 1971, 8.