← Content: PreviousContent: Next →

Van branden blinckt hy. [4]


h161104pict

Back to top ↑
Van branden blinckt hy.
Van Minnaers daden claer ’tgherucht volmondich spreeckt,
Wanneer der Minnen vlam een edel hart ontsteeckt

Ardet et inde nitet. translationtranslation
Non licet obscuro, nisi cùm perit, esse calori.
Nemo, nisi ignotis notus, amanter amat. translationtranslation

Amovr vaillant. translation
Un flambeau allumé monstre alors sa lumiere
Et qui aime c’est or qu’il a l’ame guerriere. translation


Back to top ↑

Facsimile Images


Back to top ↑

Translations

Het brandt en daardoor straalt het.
It burns and hence it shines.
Nimmer mag een vuur, tenzij als ’t uitsterft, donker zijn.
Slechts wie uit onbekendheid zich bekend maakt, minnekundig mint.

It is impossible for heat to be obscure, unless it dies.
Nobody, unless known to the unknown, loves like a lover.

Dappere liefde.
Een flambouw vertoont eerst haar licht als zij aangestoken is,
En wie liefheeft, bezit pas een krijgshaftig gemoed.



Back to top ↑

Sources and parallels


Back to top ↑

References, across this site, to this page:

No references to this emblem or page found.

Back to top ↑

Iconclass

Cupid, leaning on his bow, stares at a burning candle; Cimon, leaning on his shepherd's staff, stares at Iphigenia

Back to top ↑

Comments

Concetti over kaarsen, flambouwen, lampen en vuren zijn in het genre zeer geliefd, omdat ze zo gemakkelijk het paradoxale liefdesgevoel van het petrarkisme weten te vertolken: zij schitteren en verbranden, verteren en geven licht. Ook het Nederlandse en het Latijnse motto lijken dit te verwoorden.1
Maar via het duidende Franse opschrift en de bijschriften is het duidelijk dat met het branden in dit embleem het vuur van de liefde is bedoeld, met het stralen en schitteren de glansrijke daden waartoe een minnaar in staat is. Thematisch vertoont dit nummer op het eerste gezicht een overeenkomst met de door Cupido’s pijlen verwonde Hercules bij Vaenius:
De daden hoogh vermaert der alder vroomste mannen
En waren noyt gheschiet, dan door te zijn ghewondt
Van Liefdes schichten snel.2

In werkelijkheid valt de klemtoon van de emblematische boodschap hier op iets anders. Volledige klaarheid verkrijgt het embleem pas, als men de achtergrond van de pictura herkent. Een antiek geklede man staat, leunend op zijn stok, naast een slapend meisje. Deze voorstelling betreft de geschiedenis van Cimone en Efigenia, een bekende novelle uit Boccaccio’s Decamerone, waarin geïllustreerd wordt hoe de liefde een dwaas man wijs en dapper kan maken.3 Cimone was een mooie, maar domme jongen die door zijn hopeloze rijke vader aan de boeren werd toevertrouwd ’overmidts hem de zeden van den groven boerachtighen lieden bat behaechden, dan vanden stedelieden’. Op een dag ontdekte de wandelende jongen een ’overschoone dochter’ die lag te slapen in het groene gras ’ghecleedt zijnde met sulckdanighen ontbonden gewade, datter by nae niet met allen van de blancke vleeschachticheyt onder verborghen en scheen te wesen ende en was beneden den gordel af niet ghecleedt dan met een ghestickte cuersse (= onderrok), wit als sneeu ende ontbonden...’. Van het ogenblik dat Cimone het meisje zag liggen ’began hy al lenende op sijnen stock haer alsoo neerstelijcken (sonder een woordt te spreken) met soodaniger verwonderinge te aenschouwen als oft hem noyt zijn daghen eenich vrouwen beelt voor ooghen ghecomen en waere gheweest’.4 De jongen stond weldra in vuur en vlam en ontpopte zich tot een hoofs en dapper minnaar.
In de beeldende kunst vond deze novelle veel bijval.5 In de Nederlandse literatuur werd zij tot een tragicomedie uitgewerkt door de Amsterdamse toneeldichter Jan van Arp: Chimon. Op de reeghel: Door liefde verstandigh (Amsterdam 1639). Het titelvignet verwijst naar de scène die ook de achtergrond van ons embleem uitmaakt:
De directe bron van ons embleem is wellicht niet de novelle van Boccaccio, maar een bijschrift van de Franse emblematicus G. de la Perrière bij een pictura waarop een Cupido staat afgebeeld die een ezel doet dansen. In de vertaling van Frans Fraet uit 1554 luidt het:
Liefde den ezel rustich danssen leert
Oock den botten verkeert // fray in inventie
Den vuylen, reyn, suyver, gheeert,
Den slapenden, wacker, vol diligentie
Boeren, worden edel rustich van excellentie
Duer de liefde...
Ghelijck voortijts Symon, seer bequame
Als Bocasius scrijft groot van fame....6

In een daarmee verwant embleem van Vaenius voorziet Cupido een ezel van vleugels:
Niemant en is soo plompen ezel van naturen,
De Liefd’hem maken kan vernuftigh, wijs, beleeft.
7

Back to top ↑

Notes

1
Vgl. S. Bargagli, Dell’Imprese, Venetia 1594, 186: Splendet et ardet.
2
Amorum emblemata, 32.
3
V, 1.
4
D. Coornhert, XX lustighe historien oft nieuwicheden Joannis Boccatij... Uitgegeven... door G.A. Nauta, Groningen 1903, 48-49. Ook Erasmus signaleert het verhaal (Adagiorum Chiliades, Basel 1551, IV, cent. V, XV, p. 937).
5
Vgl. A. Pigler, Barockthemen. Eine Auswahl von Verzeichnissen zur Ikonographie des 17. und 18. Jahrhunderts, Budapest 1974, 2, II, 453-54 en Tafelband, T. 331.
6
Henkel-Schone, o.c., 516; Tpalays der gheleerder ingienen, Antwerpen 1554, LXII.
7
Amorum emblemata, 114. Op de pictura die in Cats’ Spiegel het ’Amor docet musicam’ moet illustreren, staat op de achtergrond Cimone afgebeeld: de liefde maakt beschaafd (ed. ’s-Gravenhage 1632, pl. VII).