Concordance - under construction

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

zaad [1]	znuffelt naar het zaad Van Wederliefde in
zaamen [1]	Liefde alleen té zaamen Elk brengt een
zacht [1]	Des volge ik zacht en hou mijn
zakkend [1]	Zó haast hy zakkend van duyn Zijn
zal [6]	zijn pennen En zal beguicheld nog bejokt kleine tijd Maar zal van dag tot Greoy benijd 't Zal egter nooit de ree geen Vreez zal dog mijn Hert Palm en Myrthkrans zal den kruin Van Dis 't Gedruis Zal onze gantsche Buurt
zee [1]	in de woeste Zee Gezold gerold van
zeer [1]	De Blijdschap houd zeer zelden maat Als
zeker [1]	behoeden Te weinig zeker in die nood
zelden [1]	Blijdschap houd zeer zelden maat Als Vreugd'
zelf [4]	maar kan my zelf bedriegen Ik gisze aangezigt Om minnelijker zelf te praalen alles in zig zelf beschouwen Die waare moet onz Kloris zelf getuigen Een Blindheid
zelfde [1]	iemand weende Een zelfde lokaaz lang voor
ziel [5]	mijn lust de ziel verlokt Daar drijftze en Oog en Ziel en Zinnen Ik allereerst verloren De ziel een weerhaan dan Denkbeeld dat de Ziel Afschildert in benaude mistnevelen verduisterd De Ziel deeâ wank'len in
zielenbalzem [1]	voor een zuiv're Zielenbalzem Onz aanbrengt een
ziet [3]	Zó ziet men eens een ten toon Maar ziet dit al te Daar hy hem ziet zijn wensch onthallen
zig [10]	een Koorenbloem Op zig kan de allefelste heen 't Gemoed Zig in 't aanlokk'lijkst' Doet alles in zig zelf beschouwen Die moet met Onlust zig beladen Zo zugt voor de Nijd Zig met een vuile Die wankelende in zig 'tGemoed Niet dan staan laat thans zig winnen Geen wasch gemoed het liet zig buigen Na Liefde gelaat Daar Leliën zig in de Roozen zwieren Hy spiegelt zig in hun gelonk
zijde [1]	altijd op de zijde bleef Belovende eens
zijn [14]	de Arend op zijn pennen En zal onzek're niet beliegen Zijn Geest is schranderder Van eens stantvastig zijn verdragen 'k meêr ontsteek Zijn Licht alleen geeft licht Dat in zijn aanwas held're straalen Verlaaten eenzaam in zijn drift Doet alles De liefde in zijn verkiezing blind Ontdekt 't kiezen bei zijn oogen En kan het oog bekoort Zijn Schoonheid kan hem waar hy wil Zijn Liefde eens vastgesteld hy hem ziet zijn wensch onthallen Zo een doelwit van zijn Min Vergeetn maar errinneren dat in Zijn Hert hem wil zakkend van duyn Zijn Bruidje herwaartz aan
zingen [1]	uit De Keeltjes zingen dat het klatert
zinnen [4]	en Ziel en Zinnen Ik werd' 't Afschildert in benaude Zinnen Het zy 't maar slimmer veuge Zinnen Die wankelende in zó trotz van zinnen Die meerder Jonkmans
zmert [1]	geen wond geen zmert Van doornesteekjes had
zmerten [1]	Valschheid mocht doen zmerten Hy zoekt en
zmet [3]	een kind Onzuiv're zmet nog vlek gedogen met een vuile zmet bevlekken Een zmet zmet bevlekken Een zmet die 't Aanzicht
znuffelt [1]	Hy zoekt en znuffelt naar het zaad
zo [12]	slaafsche Dienstbaarheid gewennen Zo lang ik weelderig Een oorzaak van zo veeler klagten Verstrikt 'k Zou plukken zo 'k geen wond gedogen Hy bant zo iet hem tegenstaat Onlust zig beladen Zo zugt zo vliegt beladen Zo zugt zo vliegt de Spreeuw knop Vast sterft zo ras 't de tijd maar nagebleven Zo dort en keert stof tGeen korts zo fris begon te zijn wensch onthallen Zo ras een doelwit Na zo veel arbied zugt en zweet Na zo veel storm en
zocht [1]	blozen Met recht zocht Thyrsis deeze Meid
zoeke [1]	om strijd 't Zoeke alles uit de
zoekt [1]	doen zmerten Hy zoekt en znuffelt naar
zoet [2]	mijn Hert Om't zoet genot angstvallig weezen met 't allerzoetste zoet Op zoetste Bloempjes
zoetste [2]	allerzoetste zoet Op zoetste Bloempjes Lust te Waar blijft het zoetste Paar zó lang
zonder [1]	dan mijn Die zonder uur en tijd
zorgen [1]	Oegst verdreef Mijn Zorgen die in 't
zou [1]	angstvallig weezen 'k Zou plukken zo 'k
zugt [2]	zig beladen Zo zugt zo vliegt de zo veel arbied zugt en zweet Na
zuid [1]	in west Dan Zuid dan Noord dan
zuiv're [1]	Die voor een zuiv're Zielenbalzem Onz aanbrengt
zullen [1]	Belovende eens te zullen maijen
zweet [1]	arbied zugt en zweet Na zo veel
zwieren [1]	om rondom te zwieren Hy spiegelt zig
zy [7]	Krachten kwijt Ten zy een Goddelijk Vermogen druk voorspelt Daar zy my toewerpt de benaude Zinnen Het zy 't behaagde of Minneboeyen streng gekluisterd Zy sloeg geen acht Niet opgetoogen als zy blozen Met recht Thyrsis deeze Meid Zy is een Puikje den weêrgalm schatert Zy eeren hun Bevalligheên
zó [12]	Zó ziet men eens een eind' draagt gegriefde wonden Zó werd de hevigheid hou mijn streek Zó moet dat vuur het Veld betreed Zó moedig fier zó Zó moedig fier zó trotz van zinnen wasch wierd immer zó gedweeg Als haar waard te roemen Zó ver dit Woud lieve Klorisje behagen Zó paart zó huwt behagen Zó paart zó huwt men Deugd Deugd aan Deugd Zó kan de Schoonheid het zoetste Paar zó lang Elk uurtje Thyrsis haaren drukken Zó haast hy zakkend