← Content: PreviousContent: Next →

Sunt omni dedita amori [5]


my1702005pict

Back to top ↑
Sunt omnia dedita Amori.

De teerste Spruit, die de Aarde geeft,
De Visch, die in de stroomen spartelt,
Al wat by Lucht, en Adam leeft,
Op Land, en in 't geboomte dartelt,
Geen ding, hoe klien, of 't voelt den drift
Van 't aldoorvlieende vermogen,
Van Liefde, die de Wolken schift,
En alle meêvoert in onze Oogen.


De stem van Thyrsis was nog nau ter rug gekaatzt;
Wanneer hy stapte, daar zig Kloris wel geplaatzt
Had; zo het haar geviel, met toegelokene oogen,
By buurmans byen, die al brommend'honig zogen
Rondom de korven, rust te zoeken, om den brand
En 't roosten van de zon te ontwijken op het land,
Dat, met een boomenrei omsingeld, hitte en straalen
Belette op 't aanbeeld van haar schoonheid neêr te dalen:
Hy zocht door hegge, en struik, trof eindelijk haar aan:
Zijn sprakelooze tong wist geen geluid te slaan,
Tot dat hy, bevende, van yver aangedreven
Aan 't kweelen raakte, om haar een blijk van min te geven.
Kan u de logge slaap verduffen hier in 't woud,
Daar 't al de liefde viert, die, met een koetz van goud,
In 't midden nederdaalt, en weet een weg te baanen,
Door zwerk en wolken, in 't gezang van witte zwaanen,
Klapwiekende onvermoeid, en herders, zonder tal,
Aanporrende, om, met onophoudelijk geschal,
Zijn Godheid, zó geëerd, en aangebeên, te loven?
Ontwaak, op dat ons geen gedierte streev' te boven!

Eöol houd in zijn bergspelonk de winden in:
De zuide alleen vertoont zig gunstig aan de min:
Hy blaast ten mond uit rooze en witte violetten:
Hy leert een zachter toon op onze maatzang zetten.
Men heft thans deuntjes aan: de Boksvoet houd geen steê;
Hy huppelt bly; terwijl 't kroost van Eurymone,
Vast zingende, uw gelaat en vlechjes wil versieren.
Ontwaak, mijn Kloris! zie 't krioelen van de mieren;
Hoe zy, door liefde ontvonkt, verachten eenigheid,
En, met een wederpaar, die 't holletje bereid,
Zig zelf verzorgende, den spijs in 't nestje slepen;
Alwaar zy, onderling, van koude niet benepen,
Malkander koest'ren, en, vervrolikt in de aart,
Genieten, 'tgeen by hen is door den tijd vergaard.
Een arend, schoon hy drijft op znelgeveêrde pennen,
Ontvliegt zijn schigten niet: hy moet zig haast gewennen.
Na kragt'looz tegenweer, te buigen onder 't juk
Van zijne slaverny; wanneer hy zijn geluk
Ziet steigeren, en voeld zijn ingewand ontrusten,
Tot dat hy, met zijn ga, den schoot viert van zijn lusten
Nooit teelde 't barre noorde een vreez'lijk wangedrogt,
Nooit woesteny een dier, dat niet, begerig zocht
Zijn onderdaan te zijn. Tot in de kille baaren
Vervolgt zijn naaktheid zelf de visch, en doet die paaren:
'K zwijg', hoe het levenlooz' het levenlooz' beweegt,
Hoe gy, ô liefde! 't staal en roestig yzer kreegt

Tot buigzaamheid, en deed het naar de zeilsteen haaken;
Hoe veel te meêr zal dan uw vuur den mensch doen blaaken,
Op dat hy overtreffe en beer, en pantherdier,
De visschen, vog'len, vee, ja! de allerkleinste mier,
Om, als een duif, die, heesch van keel, wil, onder 't morren,
Zijn minlust melden, met het drayen en het korren,
Zijn meesteres zo lang te moeyen, als de dag
Hem 't licht verleent, ja! tot hy haar verkrijgen mag
Ik ben getroost my zelf in minneplicht te kwijten.
Ach! mogt ik nimmer uw versteentheid u verwijten,
Aanmin'ge Kloris! welk een vreugd' zou 't ingewand
Ontroeren, daar de Veldgodinnen, hand aan hand
Ter rei verzocht, alom zig zouden in verblijden!
Reeds lacht ons alles toe, en schijnt in deeze tijden
Veel goeds te spellen. 'k Hoor dan hier de lewerik,
Dan gintz de nachtegaal. Geen kray komt my een schrik
Op't lichaam jagen, nog, met náár gekras, vervaaren.
't Land nodigt ons, en zoekt de vreugde t'evenaaren;
Terwijl 't een vrolik hoofd opbeurt, met blad, en bloem
Ontwaak, mijn Kloris! laat ons de onverwelkb're roem
Van onze zuiv're liefde, en minnekozeryen,
Zó ver't mag klinken, door dit woud malkander wyen,
Op dat ik, en uw naam, en schoonte, in zegepraal
Omvoere. Waak toch op, en kweel met tovertaal.

Back to top ↑

Facsimile Images


Back to top ↑

Translations


Back to top ↑

Literature


    Back to top ↑

    Sources and parallels


      Back to top ↑

      References, across this site, to this page:

      No references to this emblem or page found.

      Back to top ↑

      Iconclass


        Back to top ↑

        Comments

        commentary