Al wat men bemint schynt schoon [14]
AL WAT MEN BEMINT SCHYNT SCHOON.
't Is schoon al wat men door het oog der liefde ziet:
De Liefde kan by haar niets walgelyks gedoogen,
Dus ziet een aap zyn jong voor schoon met tedere oogen,
En yder minnaar zyn beminde al is zy 't niet.
't Gebrek te dekken, en het leelijk' schoon te maaken,
Is 't kunsje van de min om ons het eerst' te raaken.
De Liefde kan by haar niets walgelyks gedoogen,
Dus ziet een aap zyn jong voor schoon met tedere oogen,
En yder minnaar zyn beminde al is zy 't niet.
't Gebrek te dekken, en het leelijk' schoon te maaken,
Is 't kunsje van de min om ons het eerst' te raaken.
[blanco]
AL WAT MEN BEMINT SCHYNT SCHOON.
NOOIT LEELICK LIEF.
O soete rasery! hoe kan 't de minne voegen?
De Sim schept in den Aap een wonder groot genoegen:
Al waer ooit Venus kint zyn gulde pylen schiet,
Daer woont de schoonheyt selfs, hoewel die niemant siet.
Al zynder in het lief, al zynder hondert vlecken,
Men vint terstont een kleedt om alle vuil te decken:
Den stouten noemt men vry, die dronken is, verheught:
De Liefde weet de feil te trekken tot de deught.
Et fust elle, a vos yeux, encor plus condamnable,
N'en jugeries vous pas plus favorablement,
Si vous l'examiniez avec des yeux d'Amant?
J'aimois desja la Reine, avant son injustice;
Je vis avec horreur, ce sanglant sacrifice;
J'en fremis en secret; mais quand on est charmé,
Que n'excuse-t'on point dans un Objet aimé?
L'eclat de deux beaux yeux adoucit bien un crime:
Aux regards des Amants tout paroist legitime:
Leur esprit tient toujours le party de leur cœ;
Et l'Amour n'est jamais un juge de rigueur.
Kan ik de Koningin in 't minst' wel schuldig noemen?
En zo zy in uw oog nog meêr was te verdoemen,
Zoud gy niet oordeelen met meêr barmhertigheid,
Indien gy waard verstrikt in haar bevalligheid,
'k Beminde Elise al voor haar ongeregtigheden,
Ik heb met weêrzin al haar tieranny geleeden,
En heimelyk gedoemd: maar zeg my tog, wie vind
Iets dat verwerp'lyk is, in haar die hy bemind?
Twee schooner oogen glans betovert uit der maaten;
Voor 't oog van een die mind schynt alles toegelaaten;
't Verstand is altyd aan de zy van 't minnend hert,
Daar Liefde nimmermeer gestrenge regter werd.
De Liefde verfraait niet alleen het hart 't geen zy
ontsteekt, gelyk het voorgaande zinnebeeld ver-
toont, maar zy doet ook alles, waar door zy het
hart ontsteekt, schoon schynen: men ziet dit da-
gelyks in de waereld; hoe leelyk de voorwerpen
ook zyn, zy zyn altyd schoon voor die geenen die ze bemin-
nen: het afbeeldzel is verdagt, wanneer de schilder verlieft
is, zegt d'Henault.
Le portrait est suspect quand le peintre est amant.
ontsteekt, gelyk het voorgaande zinnebeeld ver-
toont, maar zy doet ook alles, waar door zy het
hart ontsteekt, schoon schynen: men ziet dit da-
gelyks in de waereld; hoe leelyk de voorwerpen
ook zyn, zy zyn altyd schoon voor die geenen die ze bemin-
nen: het afbeeldzel is verdagt, wanneer de schilder verlieft
is, zegt d'Henault.
Lucretius zegt in het einde van zyn vierde boek dat de Lief-
de heel listig is om lofredenen uit te vinden, en dat zy alle
gebreken voor schoonheden weet te boek te stellen. Ovi-
dius, (die ik hier mede om kort te zyn voor by ga) stelt
dit nog aangenaamer voor in de vierde Elegia van het twee-
de boek zyner minnedigten, en toont heel geestig dat hy in
alle de gebreeken, van de meisjes die hy beminde, fraihe-
den wist te vinden. Ook steunt het op zeer groote reden;
want indien de Liefde een beweeging van de begeerte is,
waar door de ziel zig met het schoone vereenigt; gelyk la
Chambre zegt, moet ons nootzaakelyk het geene, waar op
wy verlieven, hoe gebrekkelyk het ook is, schoon voorko-
men, eer het onze begeerte kan beweegen om zig daar me-
de te vereenigen. 't is derhalven niet nodig hier toe veel be-
wys redenen aan te haalen. Jacob Cats heeft mede dit zinne-
beeld met dit opschrift amor formae condimentum en
dit duitze.
de heel listig is om lofredenen uit te vinden, en dat zy alle
gebreken voor schoonheden weet te boek te stellen. Ovi-
dius, (die ik hier mede om kort te zyn voor by ga) stelt
dit nog aangenaamer voor in de vierde Elegia van het twee-
de boek zyner minnedigten, en toont heel geestig dat hy in
alle de gebreeken, van de meisjes die hy beminde, fraihe-
den wist te vinden. Ook steunt het op zeer groote reden;
want indien de Liefde een beweeging van de begeerte is,
waar door de ziel zig met het schoone vereenigt; gelyk la
Chambre zegt, moet ons nootzaakelyk het geene, waar op
wy verlieven, hoe gebrekkelyk het ook is, schoon voorko-
men, eer het onze begeerte kan beweegen om zig daar me-
de te vereenigen. 't is derhalven niet nodig hier toe veel be-
wys redenen aan te haalen. Jacob Cats heeft mede dit zinne-
beeld met dit opschrift amor formae condimentum en
dit duitze.
NOOIT LEELICK LIEF.
O soete rasery! hoe kan 't de minne voegen?
De Sim schept in den Aap een wonder groot genoegen:
Al waer ooit Venus kint zyn gulde pylen schiet,
Daer woont de schoonheyt selfs, hoewel die niemant siet.
Al zynder in het lief, al zynder hondert vlecken,
Men vint terstont een kleedt om alle vuil te decken:
Den stouten noemt men vry, die dronken is, verheught:
De Liefde weet de feil te trekken tot de deught.
By
Quinault ontschuldigt zig ook Astrate enkel hier mede,
wanneer Sicheus hem op het afschuwelykste de misdaaden
van Elise voor oogen stelde, om hem van haare liefde te trek-
ken: Act: 3.scen: 5.
Ah! Seigneur est ce a moy, de la trouver coupable?
wanneer Sicheus hem op het afschuwelykste de misdaaden
van Elise voor oogen stelde, om hem van haare liefde te trek-
ken: Act: 3.scen: 5.
Et fust elle, a vos yeux, encor plus condamnable,
N'en jugeries vous pas plus favorablement,
Si vous l'examiniez avec des yeux d'Amant?
J'aimois desja la Reine, avant son injustice;
Je vis avec horreur, ce sanglant sacrifice;
J'en fremis en secret; mais quand on est charmé,
Que n'excuse-t'on point dans un Objet aimé?
L'eclat de deux beaux yeux adoucit bien un crime:
Aux regards des Amants tout paroist legitime:
Leur esprit tient toujours le party de leur cœ;
Et l'Amour n'est jamais un juge de rigueur.
Kan ik de Koningin in 't minst' wel schuldig noemen?
En zo zy in uw oog nog meêr was te verdoemen,
Zoud gy niet oordeelen met meêr barmhertigheid,
Indien gy waard verstrikt in haar bevalligheid,
'k Beminde Elise al voor haar ongeregtigheden,
Ik heb met weêrzin al haar tieranny geleeden,
En heimelyk gedoemd: maar zeg my tog, wie vind
Iets dat verwerp'lyk is, in haar die hy bemind?
Twee schooner oogen glans betovert uit der maaten;
Voor 't oog van een die mind schynt alles toegelaaten;
't Verstand is altyd aan de zy van 't minnend hert,
Daar Liefde nimmermeer gestrenge regter werd.
Translations
Literature
Sources and parallels
- Same copperplate, slightly altered, as in: Censura Amoris [11] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629)) [Compare]
- Ape and her young, in: Amor, formae condimentum. [3] (in: Jacob Cats, Proteus (1618)) [Compare]
- Parallel for the pictura (ape and her young) in: Amor, formae condimentum. [4] (in: Jacob Cats, Sinne- en minnebeelden (1627)) [Compare]
- Same message in the subscriptio's (Love blinds) and similar Dutch motto, in: Un Amour qui meine une Borge par la main (in: Daniel de la Feuille, Devises et emblemes (1691)) [Compare]
- Same message in the subscriptio (Love blinds) and Dutch motto of Cats quoted in: Amori quæ pulchra non sunt, ea pulchra videntur [104] (in: Otto Vaenius, Amorum emblemata (1608)) [Compare]
References, across this site, to this page:
- Censura Amoris [11] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629))
- Amor, formae condimentum. [3] (in: Jacob Cats, Proteus (1618))
- Amor, formae condimentum. [4] (in: Jacob Cats, Sinne- en minnebeelden (1627))
- Un Amour qui meine une Borge par la main (in: Daniel de la Feuille, Devises et emblemes (1691))
- Amori quæ pulchra non sunt, ea pulchra videntur [104] (in: Otto Vaenius, Amorum emblemata (1608))
Iconclass
Cupid and a girl are looking at a monkey that is admiring her own young- monkeys, apes (+ animal 'educating the young', playing with young) [25F22(+422)]
- index finger forwards, pointing, indicating [31A25552]
- adolescent, young woman, maiden [31D13]
- laying the hand on another person's shoulder [33A15]
- mother-love (+ variant) [42B12(+0)]
- Beauty; 'Bellezza' (Ripa) (+ emblematical representation of concept) [51D4(+4)]
- (personifications and symbolic representations of) Love; 'Amore (secondo Seneca)' (Ripa) (+ clothed with wings) [56F2(+1331)]
- (personifications and symbolic representations of) Love; 'Amore (secondo Seneca)' (Ripa) (+ emblematical representation of concept) [56F2(+4)]
- proverbs, sayings, etc. (with TEXT) [86(AL WAT MEN BEMINT SCHIJNT SCHOON)]
- (story of) Cupid, Amor (Eros) [92D1]
- attributes of Cupid (with NAME) [92D18(QUIVER)]