Vleyen vermag veel in de liefde [17]
VLEYEN VERMAG VEEL IN DE LIEFDE.
De zoete zang verlokt den vogel in het net,
En doet hem dus de dood in plaats van vreugde vinden:
Zoo weet de Liefde ons door haar zoete taal te blinden,
En lokt ons in de strik die zy ons heeft gezet.
Door zoete woorden laat een hart zig ligt verleyen:
De beste minnaars zyn die 't allerbeste vleyen.
En doet hem dus de dood in plaats van vreugde vinden:
Zoo weet de Liefde ons door haar zoete taal te blinden,
En lokt ons in de strik die zy ons heeft gezet.
Door zoete woorden laat een hart zig ligt verleyen:
De beste minnaars zyn die 't allerbeste vleyen.
[blanco]
VLEYEN VERMAG VEEL IN DE LIEFDE.
Mænalius lepori det sua terga canis:
Eæmina quam juveni blande tentata repugnet.
Hæc quoque quam poteris credere nolle volet.
Utque viro furtiva Venus, sic grata Puellæ.
Vir male dissimulat tectius illa cupit.
Conveniat maribus, ne quam nos ante rogemus;
Femina jam partes victa rogantis agat.
Te zingen in den Mey, de Papagaey haer praten,
Den Exter 't huppelen, de Sprinkhaan in het veld
Des Zoomers swygen daer de Zon de Maayers quelt:
Als dat een Meisje niet zou luisteren nog hooren
Nae een die haer versoekt en garen sou bekooren.
Haer minnekroost, haer om haer liefde bidt en vleydt,
En dag'lyks onderhoudt met alle vriendlijkheidt.
Selfs die gy meende dat niet willen souw, sal willen.
Denkt dat zy daar in van de Mans niet veel verschillen.
Zyn die van vleysch en bloed: de Meysjes zyn 't al meê.
Zy doen ook garen dat een jongman garen deê,
Dog houden meest haar lust bedekter als de mannen.
Maar zoo de Jongmans eens te samen konde spannen,
En maakten een besluit dat men 't een maagd voortaan
Niet meer eerst vragen zou gelijk men heeft gedaen:
Wat een verandering saeght ghy in korte tyen!
Dat nu gevreen werdt souw haest selver komen vryen.
Daarom moetje voor al in dat stuk niet zuinig weezen.
Zegt datze schoonder als schoon is, en datje uit haar deugd
Van datje haar eerst kond geschept hebt al je vreugd
Al is heur haair bruin, zeg jy dat het heel geel is,
En dat geen instrument te gelyken by 't geluit van haar keel is.
Pryst haar manieren, haar weezen en haar bruine oogen,
De meisjes hooren 't gaaren al is het half geloogen.
Jan. Maar zouze niet verstaan dat ik met haar kwam gekken?
Neel. O neen, ze zel de snaar nog wel een toontje hooger trekken,
En denken, ben ik zoo schoon niet dat is niet te min
Een teken van groote liefde dat ik zoo schoon ben in zyn zin,
Want men zag nooit lief leelyk zoo 't ouwe spreekwoord zeit.
Het is genoeg bekent hoeveel een vleyende tong in
alles vermag; dog wel boven alles vermag zy
zeer veel in de Liefde; zelden zal een hart die be-
tooveringen lang kunnen wederstaan: van dit ge-
voelen is Ovidius mede geweest wanneer hy in het
eerste boek van zyne minnekunst zeit.
Vere prius volucres taceant æstate cicadæ;
alles vermag; dog wel boven alles vermag zy
zeer veel in de Liefde; zelden zal een hart die be-
tooveringen lang kunnen wederstaan: van dit ge-
voelen is Ovidius mede geweest wanneer hy in het
eerste boek van zyne minnekunst zeit.
Mænalius lepori det sua terga canis:
Eæmina quam juveni blande tentata repugnet.
Hæc quoque quam poteris credere nolle volet.
Utque viro furtiva Venus, sic grata Puellæ.
Vir male dissimulat tectius illa cupit.
Conveniat maribus, ne quam nos ante rogemus;
Femina jam partes victa rogantis agat.
Westerbaan
heeft het voor de Haagse Jeugd dus vertaalt.
Eer zal 't gevogelt laten
Te zingen in den Mey, de Papagaey haer praten,
Den Exter 't huppelen, de Sprinkhaan in het veld
Des Zoomers swygen daer de Zon de Maayers quelt:
Als dat een Meisje niet zou luisteren nog hooren
Nae een die haer versoekt en garen sou bekooren.
Haer minnekroost, haer om haer liefde bidt en vleydt,
En dag'lyks onderhoudt met alle vriendlijkheidt.
Selfs die gy meende dat niet willen souw, sal willen.
Denkt dat zy daar in van de Mans niet veel verschillen.
Zyn die van vleysch en bloed: de Meysjes zyn 't al meê.
Zy doen ook garen dat een jongman garen deê,
Dog houden meest haar lust bedekter als de mannen.
Maar zoo de Jongmans eens te samen konde spannen,
En maakten een besluit dat men 't een maagd voortaan
Niet meer eerst vragen zou gelijk men heeft gedaen:
Wat een verandering saeght ghy in korte tyen!
Dat nu gevreen werdt souw haest selver komen vryen.
Het steunt ook op groote rede dat de vleyery van veel ver-
mogen in de Liefde is, want indien de begeerte die wy tot
de wellust hebben ons zeer veel vermaak kan geeven, gelyk
Lucretius in zyn vierde boek zegt,
Namque voluptatem præsagit multa cupido.
mogen in de Liefde is, want indien de begeerte die wy tot
de wellust hebben ons zeer veel vermaak kan geeven, gelyk
Lucretius in zyn vierde boek zegt,
moet ook een tong die, die vermaaken lekker en leevendig
weet af te beelden, van groote kragt zyn; dit moet Juvenaal
wel geweeten hebben wanneer hy in zyn zesde schimp-
schrift daar van zegt: digitos habet: Ook is dit zoodanig een
gemeen gevoelen dat alle minnaars onder haare voornaamste
vermaaken de zoete en vleyende woordetjes stellen; ja de
ondervinding leert ons dat zommige zig hier om het brou-
wen en lispen hebben aangewent: dog die hier meer van ge-
lieft te weeten kan les Memoires de Brantome leezen, contenant
les vies des Dames Galantes de son tems. La Rettorica delle Putta-
ne, van Ferrante Pallavicino en diergelyken.
weet af te beelden, van groote kragt zyn; dit moet Juvenaal
wel geweeten hebben wanneer hy in zyn zesde schimp-
schrift daar van zegt: digitos habet: Ook is dit zoodanig een
gemeen gevoelen dat alle minnaars onder haare voornaamste
vermaaken de zoete en vleyende woordetjes stellen; ja de
ondervinding leert ons dat zommige zig hier om het brou-
wen en lispen hebben aangewent: dog die hier meer van ge-
lieft te weeten kan les Memoires de Brantome leezen, contenant
les vies des Dames Galantes de son tems. La Rettorica delle Putta-
ne, van Ferrante Pallavicino en diergelyken.
De tweede rede waarom het vleyen veel vermag is, dat het
gemeenelyk met pryzen verzelt is, 't geen zekerlyk mede groote
kragt op ons gemoed doet, om dat wy alle van natuur hovaar-
dig zyn, dit heeft Ovidiusi n het laatste van 't zelve boek ook
geleert, en het is van den koddigen J. Starter, in zyn Klugt van
Jan Zoetekaaw, heel wel aangemerkt.
Neel. Hier op moetje letten, de meisjes bennen zeer garen gepreezen,
gemeenelyk met pryzen verzelt is, 't geen zekerlyk mede groote
kragt op ons gemoed doet, om dat wy alle van natuur hovaar-
dig zyn, dit heeft Ovidiusi n het laatste van 't zelve boek ook
geleert, en het is van den koddigen J. Starter, in zyn Klugt van
Jan Zoetekaaw, heel wel aangemerkt.
Daarom moetje voor al in dat stuk niet zuinig weezen.
Zegt datze schoonder als schoon is, en datje uit haar deugd
Van datje haar eerst kond geschept hebt al je vreugd
Al is heur haair bruin, zeg jy dat het heel geel is,
En dat geen instrument te gelyken by 't geluit van haar keel is.
Pryst haar manieren, haar weezen en haar bruine oogen,
De meisjes hooren 't gaaren al is het half geloogen.
Jan. Maar zouze niet verstaan dat ik met haar kwam gekken?
Neel. O neen, ze zel de snaar nog wel een toontje hooger trekken,
En denken, ben ik zoo schoon niet dat is niet te min
Een teken van groote liefde dat ik zoo schoon ben in zyn zin,
Want men zag nooit lief leelyk zoo 't ouwe spreekwoord zeit.
Translations
Literature
Sources and parallels
- Same copperplate, slightly altered, as in:Aucupium Amoris [16] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629)) [Compare]
References, across this site, to this page:
- Aucupium Amoris [16] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629))
Iconclass
Cupid is catching birds by imitating their singing; a boy puts his hand on the shoulder of a girl- song-birds (+ animals used symbolically) [25F32(+1)]
- trees (+ stem, trunk) [25G3(+21)]
- trees (+ sprig, twig) [25G3(+221)]
- farm or solitary house in landscape [25I3]
- kneeling figure [31A233]
- arm stretched forward (+ indicating, pointing at) [31A2512(+931)]
- arm stretched forward - AA - both arms or hands (+ holding something) [31AA2512(+933)]
- youth, adolescent [31D12]
- adolescent, young woman, maiden [31D13]
- bird hunting (+ net) [43C1113(+415)]
- bird hunting (+ other miscellanea) [43C1113(+4179)(CAGE)]
- bird hunting (+ imitation calls ~ lures (hunting)) [43C1113(+433)]
- catching animals [43C1151]
- cereal, grain, corn (grass with grains, grown for food, e.g.: wheat, rice, rye, oats, maize, buckwheat, millet) [47I111]
- Temptation; 'Tentatione' (Ripa) (+ emblematical representation of concept) [54C4(+4)]
- (personifications and symbolic representations of) Love; 'Amore (secondo Seneca)' (Ripa) (+ clothed with wings) [56F2(+1331)]
- (personifications and symbolic representations of) Love; 'Amore (secondo Seneca)' (Ripa) (+ emblematical representation of concept) [56F2(+4)]
- Flattery; 'Adulatione' (Ripa) (+ emblematical representation of concept) [57AA6121(+4)]
- proverbs, sayings, etc. (with TEXT) [86(VLEIJEN VERMAG VEEL IN DE LIEFDE)]
- (story of) Cupid, Amor (Eros) [92D1]
- attributes of Cupid (with NAME) [92D18(QUIVER)]