Daniël Heinsius, Quaeris quid sit Amor (c. 1601)

Table of contents ↑

← Content: PreviousContent: Next →

Mes pleurs mon feu decelent [3]


picC1a

Back to top ↑
3. Mes pleurs mon feu decelent.translationtranslation
Myn Vier brand meer end’ meer/ wat sal het eynde wesen?
Het water spruyt uyt vier/ end’ kan my niet ghenesen
Myn vier dat wordt ghestoockt/ myn vier dat brand en blaeckt
Soo langhe dat myn Vier my een fonteyne maeckt.
Van tranen vloey’ ick wech/ wil zy my niet verhooren
Ick moet doch eyndelijck int water gans versmooren/
O wonderbaren brant/ van branden comt my dat
Ick swemme daer ick gae/ myn brant die maeckt my nat. translation

Ecquid adhuc dubitas? Testis sit lachryma flammæ,
Semper ut occluso stillat ab igne liquor. translationtranslation



Back to top ↑

Translations

Mijn tranen verraden mijn vuur.
My tears bear witness of my fire.
Mijn vuur brandt sterker en sterker, wat zal het einde zijn? Het water komt voort uit vuur en kan mij niet genezen. Mijn vuur wordt opgestookt. Mijn vuur brandt en blaakt zo lang het een fontein voor mij maakt. Door mijn tranen drijf ik weg. Als zij niet naar mij wil luisteren, dan zal ik uiteindelijk in tranenvocht verdrinken. O wonderlijke brand, door het branden overkomt mij dit. Waar ik ook ben moet ik zwemmen, mijn brand die maakt mij nat.
Waarom aarzel je nog? Laten mijn tranen getuigen zijn van mijn liefdesvuur,
zoals er altijd condens vrijkomt bij vuur dat is opgesloten.
What do you hesitate? Let my tears reveal that I am burning,
just as water always trickles from a banked fire.

Back to top ↑

Sources and parallels