Daniël Heinsius, Quaeris quid sit Amor (c. 1601)

Table of contents ↑

← Content: PreviousContent: Next →

Serò detrectat onus qui subijt [23]


picH1a

Back to top ↑
23. Serò detrectat onus qui subijt.translationtranslation
Hier voortijdts als ick placht Van minnen t’hooren spreken/
En van dat bitter soet end’ Van die loose treken/
My docht het was zoo moy/ men coster uyt end in/
Dat heeft my eerst ghebroght het minnen in de sin.
Ick sach het jock wel aen/ maer ’tdocht my licht te wesen/
Ghevlochten end’ ghebreyt/ Van rooskens tsaem ghelesen
Wt VENVS gouden tuyn/ my docht ick was een man/
Maer als ick weet wat ’tis/ en can ick daer niet van. translation

H. Grotius
Frustrà tento oneri me jam subducere: frustra
Jam juga detrectant, quæ subiere boves
translationtranslation



Back to top ↑

Translations

Wie een last op zich heeft genomen, is te laat om hem nog te weigeren.
Who has accepted a burden is too late to refuse it.
Vroeger als ik over de liefde hoorde spreken, van het bittere zoet en de doortrapte streken, dacht ik dat het heel mooi was. Je kon er uit en er weer in, dat trok mij tot de liefde aan. Ik zag het juk wel, maar dacht dat het licht was, gevlochten van rozen uit Venus' gouden tuin. Ik dacht dat ik een echte vent was. Maar nu ik weet wat liefde is, kan ik me er niet meer van verlossen.
Nu probeer ik me vergeefs van de last te bevrijden, zoals runderen
zich vergeefs aan de last onttrekken die ze op zich hebben genomen.
Now in vain I try to rid myself of the burden, just as oxen
in vain try to withdraw from the burden they have accepted.

Back to top ↑

Sources and parallels