Daniël Heinsius, Ambacht van Cupido, from: Nederduytsche poemata (1616)
Table of contents ↑Serò detrectat onus qui subijt. [45]
45.
Serò detrectat onus qui subijt.
45.
Serò detrectat onus qui subijt.
Hier voortijdts als ick placht van minnen t'hooren spreken,
En van dat bitter soet en van die loose treken,
My docht het was soo moy, men koster uyt en in,
Dat heeft my eerst gebrocht het minnen in de sin.
Ick sach het jock wel aen, maer 'tdocht my licht om wesen,
Gevlochten en gebreyt van rooskens t'saem gelesen
Vuyt Venus gouden tuyn, my docht ick was een man,
Maer als ick weet wat 'tis, en kan ick niet daer van.
Hier voortijdts als ick placht van minnen t'hooren spreken,
En van dat bitter soet en van die loose treken,
My docht het was soo moy, men koster uyt en in,
Dat heeft my eerst gebrocht het minnen in de sin.
Ick sach het jock wel aen, maer 'tdocht my licht om wesen,
Gevlochten en gebreyt van rooskens t'saem gelesen
Vuyt Venus gouden tuyn, my docht ick was een man,
Maer als ick weet wat 'tis, en kan ick niet daer van.
Sources and parallels
- Parallel in the 1601 edition: motto and subscriptio the same, pictura is mirrored. Serò detrectat onus qui subijt [23] (in: Daniël Heinsius, Quaeris quid sit Amor (c. 1601)) [Compare]
- Parallel in the 1608 edition: motto and subscriptio the same, pictura is mirrored. Seró detrectat onus qui subijt [23] (in: Daniël Heinsius, Emblemata amatoria (1607/8)) [Compare]
- Ox bearing a yoke in:Pedetentim [14] (in: Otto Vaenius, Amorum emblemata (1608)) [Compare]
References, across this site, to this page:
- Serò detrectat onus qui subijt [23] (in: Daniël Heinsius, Quaeris quid sit Amor (c. 1601))
- Seró detrectat onus qui subijt [23] (in: Daniël Heinsius, Emblemata amatoria (1607/8))
- Pedetentim [14] (in: Otto Vaenius, Amorum emblemata (1608))