Jan van Hoogstraten, Zegepraal der goddelyke liefde (1709)
Table of contents ↑'t Benaude hert, stilt hier zijn smert [4]
IV.
't Benaude hert, stilt hier zijn smert.
Liberasti me a rugientibus præparatis ad escā.
Heyl-Fonteyn.
Het verdryft álle onze kwalen, en ver-
sterkt onze zwakheden.
sterkt onze zwakheden.
IV.
GEZANG.
Wyze: Hoe kan ik vrolyk wezen, &c.
O Bron van liefdestralen! bis.
Daar myn ziel na dorst. bis.
Gy geneest myn kwalen bis.
Hoe van vuyl bemorst. bis.
O heylfonteyn van Jesus bloed! bis.
Is ergens hulp te halen, bis.
'T is uyt uwen vloed. bis.
O ziel die 't zaad der zonden bis.
Dus hebt uitgeroeit! bis.
Kus de dierbre wonden bis.
Daar dat heyl uyt vloeit. bis.
O onwaardeerelijk kleynood! bis.
De mens hier door ontbonden, bis.
Treed op hel, en dood. bis.
Wat kunt ge ons hoogers geven bis.
Troost van elks gemoed? bis.
Dan het eewig leven bis.
In uw dierbaar bloed! bis.
Uw bloed myn drank! uw vlees myn spyz. bis.
Wat let myn ziel te zweven bis.
Naar het Paradijz. bis.
O toevlugt aller kranken! bis.
Laat myn vrolyk hert, bis.
Voor die liefde u danken, bis.
Heeler van myn smert. bis.
De werrelt met wat gaven veyl,
Zal my noyt weer doen wanken
Van myn Eewig heyl.
Zyn wy door 't zondenjuk geraakt in slaverny?
Uw Liefde, ô Jesus! maakt ons van die banden vry.
Wyze: Hoe kan ik vrolyk wezen, &c.
O Bron van liefdestralen! bis.
Daar myn ziel na dorst. bis.
Gy geneest myn kwalen bis.
Hoe van vuyl bemorst. bis.
O heylfonteyn van Jesus bloed! bis.
Is ergens hulp te halen, bis.
'T is uyt uwen vloed. bis.
O ziel die 't zaad der zonden bis.
Dus hebt uitgeroeit! bis.
Kus de dierbre wonden bis.
Daar dat heyl uyt vloeit. bis.
O onwaardeerelijk kleynood! bis.
De mens hier door ontbonden, bis.
Treed op hel, en dood. bis.
Wat kunt ge ons hoogers geven bis.
Troost van elks gemoed? bis.
Dan het eewig leven bis.
In uw dierbaar bloed! bis.
Uw bloed myn drank! uw vlees myn spyz. bis.
Wat let myn ziel te zweven bis.
Naar het Paradijz. bis.
O toevlugt aller kranken! bis.
Laat myn vrolyk hert, bis.
Voor die liefde u danken, bis.
Heeler van myn smert. bis.
De werrelt met wat gaven veyl,
Zal my noyt weer doen wanken
Van myn Eewig heyl.
Zyn wy door 't zondenjuk geraakt in slaverny?
Uw Liefde, ô Jesus! maakt ons van die banden vry.
TOEPASSING.
OHemels bad! ô dierbre vloed!
Gestort uit Iesus heilige aderen,
VVast gy het schuldige gemoed,
Op dat het reyn tot God zou naderen.
VVat is uw liefde wonder groot
Fonteyn der Eewige genade!
Gy schenkt ons 't leven uit uw doot.
Hoe komt de heyland ons te stade.
Die dus de zwakke ziel versterkt,
En 't eewig leven haar bewerkt.
OHemels bad! ô dierbre vloed!
Gestort uit Iesus heilige aderen,
VVast gy het schuldige gemoed,
Op dat het reyn tot God zou naderen.
VVat is uw liefde wonder groot
Fonteyn der Eewige genade!
Gy schenkt ons 't leven uit uw doot.
Hoe komt de heyland ons te stade.
Die dus de zwakke ziel versterkt,
En 't eewig leven haar bewerkt.
Sources and parallels
- Christ as a fountain of life and the power of His blood to cleanse the vices in: De plenitudine eius [3] (in: Georgette de Montenay/Anna Roemer Visscher, Cent emblemes chrestiens (c. 1615)) [Compare]
- Parallel (and source) for the pictura, the same Latin bible quote and French epigram in: Protectio Amoris [32] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629)) [Compare]
- Parallel for the pictura (without Cupid, without background landscape) and similar French epigram in: Protectio amoris. [41] (in: anonymous, Amoris divini et humani antipathia (1628)) [Compare]
References, across this site, to this page:
- Protectio amoris. [41] (in: anonymous, Amoris divini et humani antipathia (1628))
- Protectio Amoris [32] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629))
- De plenitudine eius [3] (in: Georgette de Montenay/Anna Roemer Visscher, Cent emblemes chrestiens (c. 1615))