Daniël Heinsius, Ambacht van Cupido, from: Nederduytsche poemata (1616)

Table of contents ↑

← Content: PreviousContent: Next →

Serò detrectat onus qui subijt. [45]


he1616045pict

Back to top ↑
45. Serò detrectat onus qui subijt.


45. Serò detrectat onus qui subijt.
Hier voortijdts als ick placht van minnen t'hooren spreken,
En van dat bitter soet en van die loose treken,
My docht het was soo moy, men koster uyt en in,
Dat heeft my eerst gebrocht het minnen in de sin.
Ick sach het jock wel aen, maer 'tdocht my licht om wesen,
Gevlochten en gebreyt van rooskens t'saem gelesen
Vuyt Venus gouden tuyn, my docht ick was een man,
Maer als ick weet wat 'tis, en kan ick niet daer van.

Back to top ↑

Sources and parallels