Daniël Heinsius, Quaeris quid sit Amor (c. 1601)

Table of contents ↑

← Content: PreviousContent: Next →

Et piu dolsi [15]


picF1a

Back to top ↑
15. Et pui dolsi.translationtranslation
Ick die zoo menigh strick/ zoo menigh groote hoopen
Van Jaghers toegerust end’ honden ben ontloopen/
Een hevet my ghedaen/ het cleeft my in het hert/
Hoe snel dat ick oock loop/ noch snelder is mijn smert.
Ick ben nu ver ghenoech ontcomen ’s vyandts handen/
Ick loop’/ ick Vlieg’/ ick ren/ door bosschen ende landen/
Die my quetst is van hier/ ick hebb’ van haer gheen noodt/
Maer niet te min is zy de oorsaeck Van mijn doodt. translation

Vulnus alit Fera læsa fugâ, sic tu licet usque
Tela Dei fugias, non tamen effugies translationtranslation



Back to top ↑

Translations

Het doet meer pijn.
It hurts more.
Ik, die zoveel strikken, zoveel grote troepen gewapende jagers en honden ben ontlopen, een heeft mij gevangen. Iets kleeft aan mijn hart. Hoe snel ik ook loop, mijn smart is sneller. Ik ben de vijand nu ver genoeg ontvlucht. Ik loop, ik vlieg, ik ren door bossen en landerijen. Zij die mij kwetst is ver van hier, ik heb van haar niets te duchten. Niettemin is zij de oorzaak van mijn dood.
Een gewond dier op de vlucht voedt zijn wond; zo zul jij, al
vlucht je steeds voor de pijlen van de god, die niet ontvluchten.
By fleeing a wounded animal aggravates its wound; thus
by constantly fleeing the arrows of the god you will not escape them.

Back to top ↑

Sources and parallels