Jan van Hoogstraten, Zegepraal der goddelyke liefde (1709)

Table of contents ↑

← Content: PreviousContent: Next →

Peynst 'er wel op [41]


ho1709041pict

Back to top ↑
XLI.
Peynst 'er wel op.


Paucitas dierum meorum finietur breui.
Constituisti terminos qui preteriri non poterunt.


Las! peu de temps borne le cours,
De l'entresuitte de nos iours.

De Liefde wyst op 't eynde.

Het weynige myner dagen eyndigt kort: gy hebt
de bepalingen gestelt, die niet te over-
treden zyn.


XLI. GEZANG.
Wyze: Sellenytje zoete prytje.
Of
Eenzaam Kluisje, vreedsaam huisje.

WAt 's uw wensen, ://:
Ydle mensen, ://:
Hier op aard, om geld, of staat? ://:
Gy zult, als 't gebloemt verslensen,
'T geen het onweer nederslaat.
Wat is dog uw hoop, bis
In dit aards beloop, bis
Die hier geen uur tyds weet te koop? bis

'T weynig leven ://:
U gegeven, ://:
Vliegt gelyk een schaduw door: ://:
Als uw Webb' is afgeweven,
Geeft de tyd geen meer gehoor.

Waar de bleeke dood
Aan uw deuren stoot,
Daar helpt nog schat, nog staat, hoe groot.

Wat zal 't wroeten
Dan verzoeten,
Daar gy staag mé zit belaan?
Maak een huis van zeve voeten,
Wilt gy eenmaal zyn geraan.
In uw wild beslag,
Nadert snel de dag,
Het perk daar niemand over mag.

'T stof der aarde,
Dat u Baarde,
Toond u, van wat stof gy zyt.
En van hoe gering een waarde,
Daar gy nogtans woeld, en stryd,
Of uw wuft bestaan,
Hier noyt zou vergaan.
En och! 't heeft, eer gy 't denkt, gedaan.

In verlangen
Dus te hangen,
Aan het geen de ziel verleyd,
Wekt deze averegtse gangen,
Daar Gods Liefde om zugt, en schreyd.

Hield de min der deugd,
Dus uw geest verheugt,
Gy leefde in eyndelooze vreugd:

Ons uurglas eenmaal afgeloopen, wekt ellend.
Die nimmermeer vergaat; of vreugde zonder End.

TOEPASSING.
WAt voed den mens al ydle hoop,
In 's werrelts onbestendig leven!
Dat in het midden van zyn loop,
Ons gaat zoo onverwagt begeven.
VVat is al 't ydel zinnespel,
Daar zig de geest in wil vermaken,
Meer als een ligte waterbel,
Zoo dra de dood ons komt genaken.
'T zy 't leven vreugd geev' of verdriet,
VVyz is hy, die op 't Ende ziet.

Back to top ↑

Sources and parallels


Back to top ↑

References, across this site, to this page: