Daniël Heinsius, Emblemata amatoria (1607/8)
Table of contents ↑De douceur amertume [13]
Het honich soude zijn soet boven alle saecken
Waert dat de liefde niet noch soeter placht te smaecken.
De galle soude zijn het bitterst’ datmen vindt/
Waert datmen niet en vondt dat loose
Venus
kindt.
Ses ponden bitter gal met honich overstreken
Is datmen liefde noemt/ daer van de menschen spreken.
Het soet comt uyt het suer/ het suer comt uyt het soet
DatDroeve blijtschap
tsaem/ end’
Blyde
droefheyt
voet.
Waert dat de liefde niet noch soeter placht te smaecken.
De galle soude zijn het bitterst’ datmen vindt/
Waert datmen niet en vondt dat loose
Ses ponden bitter gal met honich overstreken
Is datmen liefde noemt/ daer van de menschen spreken.
Het soet comt uyt het suer/ het suer comt uyt het soet
Dat
Translations
Bittere zoetheid. |
Bitter sweetness. |
Misschien heb je wel eens alsem [bittere kruiden] zien opgroeien uit een
rivierbedding. Zo is de bittere liefde een kwelling onder de schijn van zoetheid. |
Maybe you have seen artemisia growing from a river bed. Thus bitter love is a torture disguised as sweetness. |
Sources and parallels
- Same emblem in 1601 edition: De douceur amertume [13] (in: Daniël Heinsius, Quaeris quid sit Amor (c. 1601)) [Compare]
- Source for the entire emblem: Alciato, Book of Emblems, embl. 112
- Parallel in the 1616 edition: motto, subscriptio and pictura are the same (except for some details in the background): De douceur amertume. [37] (in: Daniël Heinsius, Ambacht van Cupido, from: Nederduytsche poemata (1616)) [Compare]
References, across this site, to this page:
- De douceur amertume [13] (in: Daniël Heinsius, Quaeris quid sit Amor (c. 1601))
- De douceur amertume. [37] (in: Daniël Heinsius, Ambacht van Cupido (1613))
- De douceur amertume. [37] (in: Daniël Heinsius, Ambacht van Cupido, from: Nederduytsche poemata (1616))