Daniël Heinsius, Ambacht van Cupido, from: Nederduytsche poemata (1616)
Table of contents ↑Pennas perdidit ille suas. [13]
13.
Pennas perdidit ille suas.
13.
Pennas perdidit ille suas.
Die my geschoten heeft, al is hy kleyn van leden,
Zijn handt is wonder vast, hy maeckt een groote wondt,
Hy neemt de sinnen wech. den brandt die sinckt beneden
Tot aen het diepste merch, tot aen des herten grondt.
Hy herbercht self in my, hy heeft my ingenomen,
Hy volchde zijnen pijl als hy de wonde gaf.
Nu blijft hy altijdt vast; want doen hy is gekomen
Te wonen in mijn hert, zijn vleugels waeren af.
Die my geschoten heeft, al is hy kleyn van leden,
Zijn handt is wonder vast, hy maeckt een groote wondt,
Hy neemt de sinnen wech. den brandt die sinckt beneden
Tot aen het diepste merch, tot aen des herten grondt.
Hy herbercht self in my, hy heeft my ingenomen,
Hy volchde zijnen pijl als hy de wonde gaf.
Nu blijft hy altijdt vast; want doen hy is gekomen
Te wonen in mijn hert, zijn vleugels waeren af.
Sources and parallels
- Buschoff 2004, p. 115, note 712. Pictura shows similarities, subscriptio the same contrast between Cupid and the wounded lover: Litteris absentes videmus [67] (in: Otto Vaenius, Amorum emblemata (1608)) [Compare]
- Cupid wounding lover's heart in:Pectus meum amoris scopus [77] (in: Otto Vaenius, Amorum emblemata (1608)) [Compare]
References, across this site, to this page:
- Litteris absentes videmus [67] (in: Otto Vaenius, Amorum emblemata (1608))
- Pectus meum amoris scopus [77] (in: Otto Vaenius, Amorum emblemata (1608))