anonymous, Nieuwen ieucht spieghel (1617)

Table of contents ↑

← Content: PreviousContent: Next →

Aen den Konst-lievenden Leser.


Back to top ↑
Aen den Konst-lievenden Leser.
HOe groot / hoe sterck / hoe kloeck / hoe wijs / hoe rijck / hoe machtich /
Cupido 'tkleyne Kint is hen noch veel te krachtich:

Die Ionghe Dochters schoon in plaets van Pijlen voert/
Waer van men wort ghequetst / alsmen daer maer op loert.

Want hoe sou iemant sien en worden niet gheschoten /
De Kaecxkens van Yvoir / met Purper over-goten?

Hoe soumen konnen zien en worden niet ghewont /
Het lieffelick Corael van eenich rooder Mont?

Men heeft de Goden selfs / wt 's Hemels ruyme Salen
Sien tot de Meyskens blanc van boven neder dalen:

In't wesen van een Stier / oft een Sneeu-witte Swaen /
Als haer onsterffelijck Hert / met Liefde was bevaen:

Oock als een ander Dier / oft eenen Gouden Reghen /
Om haers Liefs strengh ghemoet / met giften te beweghen:

Dus lieten sy de Locht / en al haer Heerlijckheyt /
En stonden tot den dienst / van Aertsche Wijfs bereyt.

Back to top ↑

Sources and parallels


Back to top ↑

References, across this site, to this page:

No references to this emblem or page found.