Jan van Hoogstraten, Zegepraal der goddelyke liefde (1709)

Table of contents ↑

← Content: PreviousContent: Next →

Verlost ons van den booze [30]


ho1709030pict

Back to top ↑
XXX.
Verlost ons van den booze.


Pasce Oues meas.

Chascun de nous fait son office:
Moy de Berger, vous de nourrice.

De goede Harder.

VVeyd myne Schapen, &c.

XXX. GEZANG.
Vois: Aux armes, aux armes, Braves gens d' Armes.
OP! op! ter wapen! bis
Op Harders knapen. bis
Op! op! de wolf beloert / uw teedre Schapen. bis
Ziet, hoe de Roover brult / heet op vernielen,
Waakt gy niet ylinx op te zaam / Hy zal ze ontzielen.

Op! wilt hem volgen,
Die gants verbolgen,
Zoo meenig teeder lam / heeft ingezwolgen.
De goede Harder zal / u bystant geven.
Die schenkt, op dat hy haar behouw / Zyn bloed, en leven.

O zuivre Liefde!
Die 't hart doorgriefde

Van Gods verkoren zoon / voor zyn geliefde.
Waar is uw wedergade / oyt hier geboren?
Wie op uw hulpe zig verlaat / Gaat noit verloren.

Waar 't kwaad wil woeden,
In hem is 't goede;
Vreest niet kleyn kuddeke / hy zal u hoeden,
Zyn woord is hemelspyz / vol geest en leven,
Op hem gedaalt uit 's Vaders' troon / Om u te geven.

Wat u bevolen
Is, mag niet dolen;
Hield God zyn hulpe noyt / Voor u verholen?
Bescherm de zyne weer / Van hem verkoren.
Geen vyand zal, als gy haar hoed / Hun meer verstoren.

Weest gy de voedster van die na Gods Liefde staan.
Daar ik de Hoeder ben, zal geen van all' vergaan.

TOEPASSING.
HOe vreedzaam gaat om 's Harders hut,
Gods Schapekudde alom te weyde!
Als haar de trouwe wagt beschut
Des goeden Harders, haar geleyde.
De Wolf beloert den Schapenstal,
Waar die den huurling is bevolen.
Een huurlinks hert neygt tot den val;
Maar hy behoed ze voor het dolen.
Hoe is dit onderscheyt soo groot?
Dees dient uit Liefde, die om Brood.

Back to top ↑

Sources and parallels


Back to top ↑

References, across this site, to this page: