Jan van Hoogstraten, Zegepraal der goddelyke liefde (1709)
Table of contents ↑'T is in uw hand [16]
XVI.
'T is in uw hand.
Fructus eius dulcis gutturi meo.
Zielenspyz.
Zyne vrugt is myn gehemelte zoet.
XVI.
GEZANG.
Wyze: Van den Harder Piramus.
DE werreltling mag zig om laag vermaken. bis
Godvrugtigheit bespiegelt hooger zaken: bis
Die houd haar hart en oog, bis
Altyt gevest om hoog. bis
Alwaar geregtigheit bis
Verheugd haar komst verbeyd. bis
Och! of gy zoo myn hart met u verdeelde,
Dat my de min van al het aards verveelde,
En uwe Liefdevlam,
O Jesus! my benam,
Al wat de werreld bied,
Zoo voelde ik geen verdriet.
Geen dorstig hart yld na de waterstroomen
Zoo hevig, als ik u wens by te komen.
Uw vrugt verkwikt myn mond,
In 's levens morgestont.
Uw woord, myn troost in noot,
Is my als Hemels brood.
Gelyk een By, op Rooz en witte Leli
Blyft hangen, hangt myn ziel op 't Evangeli,
Dat sterkt myn zwak gemoed,
Met hemelspyz gevoed,
Op dat ik eens gerust,
U volgen zou met lust.
Ik volg u ook myn lief myn uitgelezen
Van 't aardse ontkleed in heerelyker wezen.
Want nu ik in u leef,
En op uw liefde zweef,
O troost van myn gemoed,
Ken ik geen hooger goed.
Ik leef in u niet meer, ô Werrelt! aan een zy.
Ik leef in Jesus, en myn Jesus leeft in my.
Wyze: Van den Harder Piramus.
DE werreltling mag zig om laag vermaken. bis
Godvrugtigheit bespiegelt hooger zaken: bis
Die houd haar hart en oog, bis
Altyt gevest om hoog. bis
Alwaar geregtigheit bis
Verheugd haar komst verbeyd. bis
Och! of gy zoo myn hart met u verdeelde,
Dat my de min van al het aards verveelde,
En uwe Liefdevlam,
O Jesus! my benam,
Al wat de werreld bied,
Zoo voelde ik geen verdriet.
Geen dorstig hart yld na de waterstroomen
Zoo hevig, als ik u wens by te komen.
Uw vrugt verkwikt myn mond,
In 's levens morgestont.
Uw woord, myn troost in noot,
Is my als Hemels brood.
Gelyk een By, op Rooz en witte Leli
Blyft hangen, hangt myn ziel op 't Evangeli,
Dat sterkt myn zwak gemoed,
Met hemelspyz gevoed,
Op dat ik eens gerust,
U volgen zou met lust.
Ik volg u ook myn lief myn uitgelezen
Van 't aardse ontkleed in heerelyker wezen.
Want nu ik in u leef,
En op uw liefde zweef,
O troost van myn gemoed,
Ken ik geen hooger goed.
Ik leef in u niet meer, ô Werrelt! aan een zy.
Ik leef in Jesus, en myn Jesus leeft in my.
TOEPASSING.
WAt is het zalig, aan den mond
Der wysheit vast te blyven hangen,
En van Gods Liefde in 't hart gewond,
Na hare lessen te verlangen!
De Liefde leert in zede en tugt,
Ons haat en vyandschap verjagen.
Zy is 't die alle twist ontvlugt,
En yders feylen kan verjagen.
O Liefde! is uwe vrugt zoo zoet?
Verzagt daar mede ons bits gemoed.
WAt is het zalig, aan den mond
Der wysheit vast te blyven hangen,
En van Gods Liefde in 't hart gewond,
Na hare lessen te verlangen!
De Liefde leert in zede en tugt,
Ons haat en vyandschap verjagen.
Zy is 't die alle twist ontvlugt,
En yders feylen kan verjagen.
O Liefde! is uwe vrugt zoo zoet?
Verzagt daar mede ons bits gemoed.
Sources and parallels
- Parallel (and probably source) for the pictura, the Latin bible quote and French epigram in: Insitio Amoris [61] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629)) [Compare]
- Parallel for the pictura (different facial expressions, less green branches), the same Latin bible quote and French epigram in: Insitio amoris. [28] (in: anonymous, Amoris divini et humani antipathia (1628)) [Compare]
References, across this site, to this page:
- Insitio amoris. [28] (in: anonymous, Amoris divini et humani antipathia (1628))
- Insitio Amoris [61] (in: Ludovicus van Leuven, Amoris divini et humani antipathia (1629))