Daniël Heinsius, Ambacht van Cupido, from: Nederduytsche poemata (1616)

Table of contents ↑

← Content: PreviousContent: Next →

Amor cæcus. [15]


he1616015pict

Back to top ↑
15. Amor cæcus.


15. Amor cæcus.
Al wat de liefde doet, is sot en sonder reden.
Aensiet maer eens dit spel. het kindt van Venus komt
Int midden van den hoop der vrysters aengetreden,
En grijpter een van al, zijn aensicht is vermomt,
Zijn oogen sijn gestopt: soo gaet het in het minnen,
De minnaer is vermomt, zijn oogen sijn verblindt.
Hy weet niet wie hem dient. een ander krijcht zijn sinnen;
Hy vindt niet die hy soeckt, hy soeckt niet die hy vindt.

Back to top ↑

Sources and parallels