Daniël Heinsius, Ambacht van Cupido, from: Nederduytsche poemata (1616)
Table of contents ↑In tenebris lucem. [11]
11.
In tenebris lucem.
11.
In tenebris lucem.
De baeren van de zee tot aen de locht gedreven
Bestormen vreesselick het schip dat ghy hier siet:
Het helt, het wijckt, het sinckt, de schippers selve beven,
En hebben nu het roer niet meer in haer gebiedt.
Den hemel is bekleet met wolcken en met winden,
Den dach is vol van nacht, het licht is al vergaen.
In dese duysternis sult ghy noch hope vinden,
Soo ghy maer aen en siet de oogen die daer staen.
De baeren van de zee tot aen de locht gedreven
Bestormen vreesselick het schip dat ghy hier siet:
Het helt, het wijckt, het sinckt, de schippers selve beven,
En hebben nu het roer niet meer in haer gebiedt.
Den hemel is bekleet met wolcken en met winden,
Den dach is vol van nacht, het licht is al vergaen.
In dese duysternis sult ghy noch hope vinden,
Soo ghy maer aen en siet de oogen die daer staen.
Sources and parallels
- Ship on stormy sea in:Finis coronat opus [55] (in: Otto Vaenius, Amorum emblemata (1608)) [Compare]
References, across this site, to this page:
- Finis coronat opus [55] (in: Otto Vaenius, Amorum emblemata (1608))