Otto Vaenius, Amorum emblemata (1608)

Table of contents ↑

← Content: PreviousContent: Next →

In Amores ab Othone Vænio delineatos


Back to top ↑
[blanco]

In Amores ab Othone Vænio delineatos
Cùm primùm patrio visa est è gurgite Cypris
Tollere fessa caput rore fluentis aquæ,
Qualis erat, talem venienti reddidit æuo,
Et secum iußit viuere Coa manus.
Paulatim niueæ cedebant corpore guttæ,
Iurares tremulum surgere semper opus.
Læua videbatur lymphis illudere palma,
Stringebat tenues altera palma sinus.
Doctior Ottonis tot dextera pinxit Amores,
Quot gemitus & quot gaudia nutrit Amor.
Armati pharetris occurrunt vndique Diui,
Attollunt rigidas, sed sine luce, faces.
Et quamuis maneant, geminas librantur in alas,
Et nil cùm noceant, spicula sæua gerunt.
Si fas est, Venus ipsa tuo concedit honori,
Iam toties nati cuspide læsa sui.
Si fast est, similes, Væni, speramus Amores,
Sæuiùs armatos, & magis innocuos. translationtranslation

Daniel Heinsius.

Back to top ↑

Translations

Zodra Venus, vermoeid van het stromende water, haar hoofd boven de zee van haar vader stak, liet de hand van de kunstenaar van Cos haar zien zoals ze was [in haar volle gedaante] aan de toekomende tijd en liet haar bij zich leven. [Van Apelles hing het schilderij Venus in de tempel van Aesculapius op Cos] Langzamerhand verdwenen de witte druppels van haar lichaam, men zou zweren dat er steeds een bewegend beeld opdoemde. De linkerhand leek met het water te spelen, de andere hand streelde de tere borst.
De nog vaardiger hand van Otto heeft zoveel Amores getekend als er zuchten en vreugdes zijn waar Amor voedsel aan geeft. Aan alle kanten komen goden gewapend met pijlenkokers aanrennen en ze dragen harde fakkels, maar zonder vuur. En hoewel ze op hun plaats blijven, wieken ze op twee vleugels, en al doen ze geen kwaad, dragen ze wrede pijlen. Als men dat mag zeggen, doet Venus zelf voor uw kunst onder, terwijl ze zelf al zo vaak door de pijlpunt van haar zoon is gewond. Als men dat mag zeggen, Vaenius, dan hopen wij op gelijke Amores, met nog wredere wapens en nog onschadelijker.
Daniel Heinsius.

On the Loves delineated by Otho Vaenius
As soon as Venus raised her head out of her father's sea tired by the flowing water, the hand of the Coan artist showed her to the coming ages as she was and made her live with him. Gradually the white drops disappeared from her members, one would swear that a moving body came into being. Her left hand seemed to play with the water, the other hand caressed the tender bosom. The more skilful hand of Otto delineated as many Amores as sighs and joys are fed by Amor. Everywhere gods armed with quivers come and they bear rigid torches, but without fire, and although they stay on their place, they fly on two wings, and although they do not harm, they are bearing cruel arrows. If one may say so, Venus herself yields to your art, while she is so often wounded by her son's arrowhead. And if one may say so, Vaenius, we hope for similar Amores, more cruelly armed and more harmless.
Daniel Heinsius.

Back to top ↑

References, across this site, to this page:

No references to this emblem or page found.