Jan Suderman, De godlievende ziel (1724)
Table of contents ↑Deus tu scis insipientiam meam [2]

II.
DAer ik u voor myn deel hebbe uitgekoren,
Verbergt Gy my uw Aengezicht,
En ga ik dus in eeuwigheit verloren?
Bestrael me, ô Albestralend Licht!
't Is waer, Gy kent myne onbedachte gangen.
Myn schulden legge ik blank en bloot;
'k Ontveinze u niets. Ei, boet dan myn verlangen,
En help me uit dezen naren noodt!
Ik waeide, ô Heer, met allerhande winden.
'k Bereedt een al te dwazen dier.
Ik had vermaek in ydelheit te vinden:
Nu brant in my een ander vier,
't Geen Gy, myn Godt, wouwt door uw' Geest ontsteken,
En aengestookt hebt door uw kracht;
En zyt Gy nu, zoo onverwacht, geweken?
Bedekt Gy zelfs uw Aenschyn met den nacht?
O Jezus, neem die hant weer van uwe oogen!
Weest met myn ziel in hare smart bewogen!
Verbergt Gy my uw Aengezicht,
En ga ik dus in eeuwigheit verloren?
Bestrael me, ô Albestralend Licht!
't Is waer, Gy kent myne onbedachte gangen.
Myn schulden legge ik blank en bloot;
'k Ontveinze u niets. Ei, boet dan myn verlangen,
En help me uit dezen naren noodt!
Ik waeide, ô Heer, met allerhande winden.
'k Bereedt een al te dwazen dier.
Ik had vermaek in ydelheit te vinden:
Nu brant in my een ander vier,
't Geen Gy, myn Godt, wouwt door uw' Geest ontsteken,
En aengestookt hebt door uw kracht;
En zyt Gy nu, zoo onverwacht, geweken?
Bedekt Gy zelfs uw Aenschyn met den nacht?
O Jezus, neem die hant weer van uwe oogen!
Weest met myn ziel in hare smart bewogen!

Sources and parallels
-
Compare Quarles, Emblems, divine and moral
, embl. 3.2
-
Remake of image, not mirrored, in: Deus tu scis insipientiam meam [2]
(in: Justus de Harduwijn, Goddelycke wenschen (1629)
) [Compare
]
References, across this site, to this page:
- Deus tu scis insipientiam meam [2]
(in: Justus de Harduwijn, Goddelycke wenschen (1629)
)